Controle Deken - Gaymar Medi-Therm III Mode D'emploi

Bedrijfsmodi / BLANKET CONTROL
6.0 Bedrijfsmodi
De Medi‑Therm III‑machine is ontworpen om te werken
in drie (3) modi:
• CONTROLE DEKEN (controle watertemperatuur),
• CONTROLE PATIËNT (automatische
temperatuurcontrole patiënt) en
• ALLEEN MONITOREN (monitoren temperatuur
patiënt).
Wanneer de Medi‑Therm III‑machine wordt ingeschakeld,
wordt het instelpunt standaard op 37 °C ingesteld voor
zowel modus CONTROLE DEKEN als modus CONTROLE
PATIËNT. Wanneer een van de instelpunten wordt
gewijzigd, wordt deze waarde in het geheugen opgeslagen
tot de stroom wordt ontkoppeld.

6.1 CONTROLE DEKEN

Bij werking in modus CONTROLE DEKEN reguleert de
Medi‑Therm III‑machine de watertemperatuur naar het
geselecteerde INSTELPUNT. Een temperatuursensor in de
machine monitort de watertemperatuur en de machine
verwarmt of koelt het water naar behoefte om het op de
temperatuur van het INSTELPUNT te brengen.
In modus CONTROLE DEKEN houdt de bediener
de temperatuur van patiënt in de gaten en past de
watertemperatuur handmatig aan om het gewenste
resultaat te verkrijgen.
Voor werking in modus CONTROLE DEKEN:
1. Voer alle opstartprocedures uit (pag. 6‑7).
2. Druk op knop CONTROLE DEKEN. Het bovenste
venster aan de bovenzijde van knop CONTROLE
DEKEN zal oplichten.
Weergave DEKEN zal de watertemperatuur
weergeven. Weergave INSTELPUNT geeft de
standaardtemperatuur (37 °C) bij het opstarten
weer, tot selectie van de INSTELPUNT‑
temperatuur in stap 3 hieronder.
3. Pas de INSTELPUNT‑weergave aan
naar de voorgeschreven instelling voor
watertemperatuur (4 °C tot 41 °C). Raadpleeg
pagina 5, WIJZIGEN INSTELPUNT.
Weergave STATUS zal VERWARMEN of KOELEN
weergeven wanneer de machine het water
verwarmt of koelt. Wanneer de watertemperatuur
stabiliseert (binnen 1,0 °C van de INSTELPUNT‑
temperatuur) gaan de lampjes voor zowel
VERWARMEN als KOELEN uit, wat aangeeft dat de
gewenste watertemperatuur onderhouden wordt.
8
OPMERKING: Het kan tot ca. 8 minuten
duren om de watertemperatuur van 22 °C
(kamertemperatuur) naar 37 °C te verhogen.
OPMERKING: Als de watertemperatuur, binnen het
INSTELPUNT‑bereik van 30 °C tot 41 °C, na 4 uur
niet binnen 1,0 °C van de INSTELPUNT‑temperatuur
gekomen is, zal weergave WATER knipperen en
het hoorbare alarm afgaan. Aanvullend zal, als de
WATERTEMPERATUUR het instelpunt bereikt heeft en
hierna meer dan 10 minuten met meer dan 1,0 °C
afwijkt, weergave WATER knipperen en het hoorbare
alarm afgaan. Wanneer dit gebeurt:
• zal indrukken van knop ALARM STIL het alarm
voor 10 minuten uitschakelen;
• dient de toestand van de patiënt
gecontroleerd te worden en overlegd te
worden met een arts;
• zal het wijzigen van het instelpunt de timer
van vier uur opnieuw starten.
WAARSCHUWING
4. Controleer de toestand van de huid
volgens het protocol van de afdeling bij het
regelen van de temperatuur met externe
apparaten. De frequentie van evaluatie en
documentatie zal variëren, afhankelijk van de
individuele reactie van de patiënt.
Het niet monitoren van de patiënt kan
leiden tot beschadiging van de huid
of een onjuiste temperatuur van de
patiënt.
Bij werking in modus CONTROLE DEKEN kan de
5.
patiëntsonde gebruikt worden om de temperatuur
van de patiënt te monitoren.
Voor het observeren van de temperatuur van patiënt
brengt u het aftastende uiteinde in de patiënt en
bevestigt dit zorgvuldig om toevallig loskomen ervan
te voorkomen. Steek stekkereinde van patiëntsonde
in contactbus PATIËNTSONDE. Zorg ervoor dat de
stekker goed vastzit.
Gebruik alleen Gaymar-sondes of
gelijkwaardige sondes uit de YSI 400-serie,
goedgekeurd voor gebruik met medische
apparaten. Bij twijfel over gebruik van de juiste
sonde of een juiste werking van de sonde voert u
een SONDECONTROLE test uit (pag. 13).
De temperatuur van de patiënt wordt aangegeven op
temperatuurweergave PATIËNT.
Medi-Therm III
®