Technische Specificaties - ResMed Astral Série Manuel Utilisateur

Technische specificaties

Drukbereik tijdens gebruik
Nauwkeurigheid drukmeting
Teugvolumebereik tijdens gebruik
(volumegestuurde modi)
Bereik voor weerstand en compliantie
van circuits voor de vermelde
nauwkeurigheid van metingen en
regelingen 2
Ademhalingsweerstand bij enkele
fout
3
Maximale flow
Nauwkeurigheid flow
Kenmerken inademingstrigger
(nominaal)
Kenmerken uitademingscyclus
(nominaal)
Enkele slang met ventiel of dubbele slang met ventiel: 3 tot 50 hPa
Enkele slang met opzettelijk lek: 2 tot 50 hPa
CPAP: 3 tot 20 hPa
Grenswaarde maximale werkdruk: 10 tot 80* hPa
*Niet van toepassing op alle apparaatvarianten
Geforceerde cycling vindt plaats als de grenswaarde voor het drukalarm
wordt overschreden.
± (0,5 hPa + 4% van werkelijke druk)
Patiënttype volwassen: 100 tot 2500 ml
Patiënttype pediatrisch: 50 tot 300 ml
Patiëntinstelling pediatrisch:
Weerstandsbereik circuit (circuit met opzettelijk lek): 0 tot 8 hPa bij
60 l/min
Weerstandsbereik circuit (circuit met ventiel): 0 tot 20 hPa bij 60 l/min
Weerstandsbereik circuit (mondstukcircuit): 0 tot 5 hPa bij 60 l/min
Compliantiebereik circuit: 0 tot 4 ml / hPa
Patiëntinstelling volwassen:
Weerstandsbereik circuit (circuit met opzettelijk lek): 0 tot 20 hPa bij
120 l/min
Weerstandsbereik circuit (circuit met ventiel): 0 tot 35 hPa bij 120 l/min
Weerstandsbereik circuit (mondstukcircuit): 0 tot 15 hPa bij 120 l/min
Compliantiebereik circuit: 0 tot 4 ml / hPa
Pediatrisch circuit
Inademing: 2,2 hPa (bij 15 l/min), 5,3 hPa (bij 30 l/min)
Uitademing: 2,4 hPa (bij 15 l/min), 5,0 hPa (bij 30 l/min)
Volwassen circuit
Inademing: 5,7 hPa (bij 30 l/min), 8,3 hPa (bij 60 l/min)
Uitademing: 4,2 hPa (bij 30 l/min), 6,2 hPa (bij 60 l/min)
220 l/min
±1 L/min of 10%*, afhankelijk van welke waarde het grootst is
* Wanneer Ademfreq. ≥ 8/min en Druk ≤ 30 hPa voor circuits met
opzettelijk lek, en met niet-compliante interface.
De inademingstrigger treedt op wanneer de patiënt-flow de
triggerinstelling overschrijdt.
Dubbele slang met ventiel (flow-trigger): 0,5 tot 15,0 l/min
Enkele slang met ventiel of dubbele slang met ventiel:
1,6 tot 10,0 l/min (in vijf stappen)
Enkele slang met opzettelijk lek: 2,5 tot 15,0 l/min (in vijf stappen)
Mondstukcircuit (enkel slang): 2,0 tot 4,0 l/min (in vier stappen)
Cycling vindt plaats wanneer de inademings-flow afneemt tot het
ingestelde percentage van de piekinademings-flow.
5 tot 90%
Technische specificaties
1
4
Nederlands 79