Accessoires
Andere accessoires aansluiten
Een pulsoxymeter aansluiten
WAARSCHUWING
•
Gebruik alleen compatibele NONIN™-vingerpulssensoren*.
•
Pulsoxymetersensoren mogen niet gedurende lange tijd met overmatige druk worden
gebruikt, want daardoor kan de patiënt letsel oplopen.
•
De compatibiliteit van de pulsoxymetersensor en de kabel met de Astral moet worden
geverifieerd, want anders kan de patiënt letsel oplopen.
LET OP
De volgende factoren kunnen de prestaties van de pulsoxymeter verminderen of de
nauwkeurigheid van de meting beïnvloeden: overmatig omgevingslicht, overmatig bewegen,
elektromagnetische interferentie, middelen voor beperking van de bloedtoevoer (arteriële
katheters, bloeddrukmanchetten, infuuslijnen etc.), vocht in de sensor, onjuist geplaatste sensor,
verkeerd type sensor, slechte polsslagkwaliteit, veneuze pulsaties, anemie of lage
hemoglobineconcentraties, cardiogroen of andere intravasculaire kleurstoffen,
carboxyhemoglobine, methemoglobine, disfunctioneel hemoglobine, kunstnagels of nagellak,
of een sensor die zich niet op de hoogte van het hart bevindt.
De pulsoxymeter aansluiten:
1. Sluit de stekker van de vingerpulssensor en de stekker van de pulsoxymeter op elkaar aan.
2. Sluit de stekker van de pulsoxymeter aan op de SPO
van het apparaat.
*Raadpleeg Ventilatieaccessoires op www.resmed.com voor de bestelnummers van
oxymeteraccessoires waarvan de compatibiliteit is bevestigd. Voor informatie over het gebruik van
deze accessoires raadpleegt u de bij de accessoires geleverde gebruikershandleiding.
Nadat u de pulsoxymeter hebt aangesloten, wordt in de informatiebalk korte tijd een bericht
weergegeven. SpO
- en polsmeetwaarden kunnen in real time worden bekeken via het menu
2
Metingen.
42
(pulsoxymeter)-connector aan de achterzijde
2