Opslag Van Het Aggregaat - SDMO PERFORM 6500 Manuel D'utilisation Et D'entretien

7.6. Reinigen van het vonkenvanger
Losdraaien van de fixeerschroef van de vonkenvanger (afb. E - no. 1).
Neerzetten van de vonkenvanger (afb. E - no. 2).
Verwijder met behulp van een metalen borstel de koolaanslag van het scherm van de vonkenvanger.
N.B. : De vonkenvanger mag niet gescheurd zijn en er mogen geen gaten in zitten. Vervang hem indien nodig.
Zet de vonkenvanger terug op de bescherming van uitlaatdemper (afb. E - no. 3), draai de fixeerschroef van de vonkenvanger
terug vast.
7.7. Controle van de ontstekingsbougie
Verwijder de kap van de bougie (fig. F - punt 1) en gebruik een bougiesleutel om de bougie (fig. F - punt 2) los te draaien.
Controleer de status van de ontstekingsbougie:
Als de elektroden versleten zijn of de isolatie gebarsten of
geschilferd is:
Vervang de bougie.
Plaats de nieuwe bougie en draai deze met de hand vast
zodat de schroefdraad niet beschadigt.
Zet de bougie met een bougiesleutel nog een 1/2
omwenteling vaster om de onderlegring te pletten.
7.8. Reinigen van het aggregaat
Wassen met een waterstraal wordt ontraden.
Wassen met een hogedrukreiniger is verboden.
Opgelet
Alle stofdeeltjes verwijderen en de afvalproducten rondom de uitlaatbuis.
Maak het stroomaggregaat schoon en vooral de aan- en afvoeren van de lucht en de alternator, met behulp van een doek en een
borstel.
Controleer de algemene toestand van het aggregaat en vervang eventueel defecte onderdelen.

8. Opslag van het aggregaat

Indien het stroomaggregaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dient u onderstaande richtlijnen te volgen voor de opslag van
het aggregaat.
Draai de brandstofkraan van de motor (afb. A - no. 6 & afb. C - no. 1) naar rechts en ledig de brandstoftank ledigen in een
aangepast recipiënt.
Start het stroomaggregaat en laat het draaien tot het stilvalt door gebrek aan brandstof.
Sluit de brandstofkraan (afb. A - no. 6) op '0'.
Vervang de motorolie terwijl de motor warm is (cf. § Verversen van de motorolie).
De ontstekingsbougie verwijderen (afb. F - no. 2) (cf. § Controle van de ontstekingsbougie) en giet maximaal 15 ml motorolie in de
cilinder, via de opening van de bougie. Plaats vervolgens de ontstekingsbougie terug.
Zonder de motor te starten, trekt u langzaam aan de handgreep van de trekstarter (afb. A - no. 10) totdat u een bepaalde
weerstand voelt.
Reinig de buitenkant van het stroomaggregaat. Breng een roestwerend middel aan op de beschadigde delen, en bedek het
aggregaat met een beschermingshoes om het tegen stof te beschermen.
Bewaar het stroomaggregaat op een schone en droge plaats.
Als dit niet zo is:
Reinig de bougie met een metaalborstel.
Controleer de elektrodeafstand "X" met een voelermaat: deze
moet 0,7 tot 0,8 mm zijn.
Controleer de staat van de onderlegring.
Plaats de bougie en draai deze met de hand vast zodat de
schroefdraad niet beschadigt.
Zet de bougie met een bougiesleutel nog 1/8 -1/4
omwenteling vaster om de onderlegring te pletten.
68