De Generator Bedienen; Overzicht Van De Bedieningsknoppen; De Generator Opstarten - CompAir CN2-20P Mode D'emploi

4 De generator bedienen

4.1 Overzicht van de bedieningsknoppen

4.2 De generator opstarten

1 Inspecteer alle aansluitingspunten van het systeem en controleer of deze veilig zijn.
2 Open, terwijl zowel de inlaat- als de uitlaatkogelkleppen van het buffervat zijn gesloten, de kogelklep van de luchtinlaatpoort om de
perslucht de generator binnen te laten.
3 Schakel de elektriciteit op de generator in en wacht tot deze de controller initialisatie heeft afgerond.
4 Als de generator in standby-modus stond toen de stroom werd uitgeschakeld, staat deze aan het einde
van de initialisatie standaard weer op standby-modus.
5 Druk op om het opstarten te beginnen.
Indien de "reiniging bij opstarten"-optie is geactiveerd, voert de generator eerst de Rapid Cycle (snelle
reiniging) uit voordat de bufferklep en stikstofuitlaatklep open gaan. Deze reiniging, die ongeveer 160
seconden duurt, is ontworpen om de CMS-bedden schoon te maken van onzuiverheden, de generator
sneller op zuivere productie te brengen, en om te voorkomen dat een slechte kwaliteit gas in de buffer
stroomt.
Als de generator in werking was toen de stroom werd uitgeschakeld (bijv. stroomstoring), begint deze
automatisch een reiniging bij het opstarten (indien geactiveerd) voordat de normale werking wordt hervat.
Wacht totdat de reiniging klaar is en "Running" op het menu verschijnt. Dit kan voor ppm-generatoren enkele minuten duren.
6 Open half de kogelklep van de inlaat naar het buffervat, zodat deze langzaam onder druk komt te staan. Indien de manometer bij het
buffervat onder 0.5 barg (7psig) inlaatdruk meet, controleer op lekkages in de inlaatleiding van het buffervat en open dan de kogelklep
helemaal.
7 Open de kogelklep bij de uitlaat van het buffervat en controleer op lekkages in de leiding tussen het vat en de generator.
8 Open de kogelklep van de stikstofuitlaat.
Opmerking: Als de zuiverheid van het gas niet binnen de specificatie valt, wordt het gas in de atmosfeer verspreid door een
ontluchtingsopening in de generator en niet aan de applicatie geleverd. Als de gewenste zuiverheid wordt bereikt, wordt het gas aan de
applicatie geleverd.
18
O2 = 5.00% O2 = 5.00%
Shutting Down Shutting Down
Startknop
1
Stopknop
2
Navigatietoetsen menu
3
Enter-toets
4
Indicator werkstatus
5
Groen = In functie,
Geel = Opstarten / Afsluiten
Rood = Standby
Indicator energiebesparende / EST-status
6
Groen = Energiebesparende of EST-modus
Indicator onderhoud / fout
7
Geel = Onderhoud vereist
Rood = Fout
LCD-scherm
8
O2 = 5.00% O2 = 5.00%
Rapid Cycle Rapid Cycle
Standby Standby