Télécharger Imprimer la page

Apparaat Uitschakelen; Voeding Van De X-Am 5000/5600 Met Nimh-Accu In De X-Zone 5000; Functietest Met Gas Uitvoeren - Dräger X-zone 5000 Notice D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour X-zone 5000:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 67
Werking
4 Groeperings-ID:
De groeperings-ID identificeert een groep eenduidig
(alleen de laatste 4 tekens van de groeperings-ID worden
getoond).
5 X-zone modussymbool
Geeft weer of tussen de X-zone 5000 en de X-am 5000/
5600 een verbinding is opgebouwd.
Als gedurende 10 seconden geen toets wordt ingedrukt,
dan keert de X-am 5000/5600 automatisch terug naar de
meetmodus.
3.2

Apparaat uitschakelen

VOORZICHTIG
!
Dräger adviseert om bij het uitschakelen van de
X-zone 5000 gehoorbescherming te dragen of de
alarmdiepingsring (bestelnr. 83 20 110) te gebruiken,
omdat het akoestische alarm kortdurend wordt
geactiveerd.
3.2.1
STANDBY-modus
De X-am 5000/5600 in de X-zone 5000 aan de hand van
de gebruiksaanwijzing uitschakelen.
Voordat de X-zone 5000 uitschakelt, worden kortdurend
een optisch en akoestisch alarm geactiveerd.
De X-zone 5000 staat in de STANDBY-modus.
3.2.2
OFF-modus
1.
-toets en
-toets op de X-zone 5000 gedurende ca.
3 seconden ingedrukt houden.
De accu-LED gaat uit.
De X-zone 5000 is uitgeschakeld (OFF-modus).
2. Eventueel de X-am 5000/5600 uit de instrumenthouder
verwijderen.
3.3
Voeding van de X-am 5000/5600 met
NiMH-accu in de X-zone 5000
Bedrijfsmodus van het apparaat
X-zone 5000:
ON-modus
X-am 5000/5600: Ingeschakeld
X-zone 5000:
STANDBY-
modus
X-am 5000/5600: uitgeschakeld
X-zone 5000:
OFF-modus
X-am 5000/5600: uitgeschakeld
168
Voeding van de X-am
5000/5600
X-am 5000/5600 wordt
blijvend van energie
voorzien.
X-am 5000/5600 wordt
door een flowmodus
van energie voorzien.
X-am 5000/5600 wordt
niet van energie
voorzien.
3.4

Functietest met gas uitvoeren

VOORZICHTIG
!
Vóór ieder gebruik moet bij elk apparaat een
functietest worden uitgevoerd.
De functietest kan op twee verschillende manieren worden
uitgevoerd.
3.4.1
Functietest van de X-am 5000/5600
Functietest vóór het plaatsen in de X-zone 5000 volgens
de
gebruiksaanwijzing
uitvoeren.
3.4.2
Functietest van de X-am 5000/5600 in combinatie
met de X-zone 5000
In de diffusiemodus
1. X-zone 5000 inschakelen (zie "Apparaat inschakelen" op
pagina 166).
2. Adapter (1) (bestelnr. 83 23 314) op de houder (diffusie)
zetten.
3. Slang van de testgascilinder aan de adapter bevestigen
(2).
4. De afsluiter van de testgascilinder openen, zodat gas over
de sensoren stroomt.
5. Wachten, totdat het apparaat de testgasconcentratie met
voldoende tolerantie weergeeft :
Ex: ±20 % van de testgasconcentratie
1
O
: ±0,8 vol.-%
2
TOX: ±20 % van de testgasconcentratie
Afhankelijk van de testgasconcentratie wordt bij het
overschrijden van de alarmgrenzen het alarm A1 of A2
geactiveerd.
6. De afsluiter van de testgascilinder sluiten en de adapter
van de houder nemen.
Wanneer de indicaties niet in de bovenvermelde bereiken
liggen: Laat de X-am 5000/5600 door onderhoudspersoneel
kalibreren.
1
Bij opgave van het Dräger-menggas (bestelnr. 68 11 130) moeten
de weergaven in dit bereik liggen. Afwijkende concentraties
kunnen worden ingesteld met de meegeleverde PC software
Dräger CC-Vision.
van
het
gasmeetinstrument
1
2
02733112.eps
1
1
.
Dräger X-zone 5000

Publicité

loading