Hach ORBISPHERE 3658 Manuel D'utilisation Simplifié page 173

langste continue levensduur, hoewel er kwikvrije batterijen beschikbaar zijn die bij afvoer minder
problemen opleveren.
Zorg ervoor dat er een volledig opgeladen (of nieuwe) set batterijen geplaatst is voordat het
instrument ingeschakeld wordt.
7.2 Onderhoud van de sensor
7.2.1 Onderhoudsschema
Sensoronderhoud omvat membraanvervanging en reiniging van de buitenkant, om de
oorspronkelijke gevoeligheid van de sensor te herstellen. Dit zorgt voor lage verbruikskosten en
beperkt uitvaltijd tot een minimum.
Het membraan moet een of twee keer per jaar worden vervangen, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden. Dit kan worden aangepast.
7.2.2 De toestand van de sensor testen
Inspecteer de sensorkop regelmatig visueel op afzettingen. Spoel de sensorkop met schoon
kraanwater en droog de kop met een schone doek.
Om de sensor te controleren, vergelijkt u de metingen met de waarden van een bekende
monsterstandaard:
• Als de meetwaarde ±1 % van de verwachte waarde is, is er geen actie vereist.
• Als de afwijking groter is dan ±1 %, voert u een nieuwe kalibratie uit.
• Als de afwijking groter is dan 10 % van de oorspronkelijke waarden, vervangt u het membraan.
7.3 Membraan vervangen
Na het vervangen van een membraan moet de sensor altijd opnieuw worden gekalibreerd. Laat de
sensor in de meetfase gedurende 30 minuten bezinken om metingen te kunnen stabiliseren voordat
u de sensorkalibratie uitvoert.
7.3.1 Het membraan verwijderen
Het wordt aanbevolen de sensor op zijn plaats in het instrument te laten bij het vervangen van het
membraan. Het is niet nodig deze te verwijderen.
Om te voorkomen dat vloeistof in contact komt met de TC-sensorchip via het spoelpad, controleert u
of de doorstroomkamer volledig vrij is van vloeistofmonster. Verwijder vervolgens de
doorstroomkamer van de sensor door de borgmoer van de doorstroomkamer linksom te draaien en
de kamer voorzichtig van de sensor te tillen. Raadpleeg
Om het membraan te verwijderen, volgt u de onderstaande stappen:
Er wordt een thermistor op de bovenkant van de sensor (positie nr. 1)
gebruikt voor het meten van de monstertemperatuur en er wordt een
luchtkanaal (positie nr. 2) gebruikt voor de spoelgasinlaat. Buigen of
beschadig deze onderdelen niet door te proberen de
doorstroomkamer van de sensor te draaien.
L E T O P
Apparaatoverzicht op pagina 157.
Nederlands 173