Montage van de veereenheden voor NEURO SWING 2
1 Zet de aanslagdemper (2) en de glijbus (3) met de zuiger (1) in elkaar
(afb. 15).
2 Steek de drukveer (4) hier op.
3 Schuif de zuiger (1) met de gemonteerde systeemonderdelen (2, 3, 4) in
het veerkanaal.
4 Steek de schroefeenheid (6) op de veereenheid (5).
5 Schroef de bouwgroep voor de dorsaalextensie zo ver in het voorste
veerkanaal, totdat de gewenste opbouw van de orthese is gerealiseerd. De
drukveer (4) moet hierbij volledig gecomprimeerd zijn.
6 Schroef vervolgens de bouwgroep voor de plantairflexie zo ver in het
achterste veerkanaal, totdat zij de systeemvoetbeugel raakt (afb. 15). De
drukveer (4) moet hierbij volledig gecomprimeerd zijn. Span de veereenhei-
den (5) niet voor.
7 Let erop dat er geen sprake is van speling in het systeemgewricht. Contro-
leer dit door het systeemgewricht licht in ap-richting te bewegen.
8 Zorg ervoor dat het systeemgewricht op de graadmarkering is uitgelijnd.
Houd er rekening mee dat voor de NEURO SWING 2 andere veereen-
heden moeten worden gebruikt dan voor de overige systeemenkelge-
wrichten.
8.6 Montage van de SPRING-bouwgroep
Voor systeemenkelgewrichten zonder SPRING-bouwgroep slaat u deze stappen
over en gaat u door met de montage bij hoofdstuk 8.7.
1 Steek de kogel (1) in de bout (2; afb. 16).
2 Plaats de systeemcomponenten in het veerkanaal.
3 Plaats de drukveer (3) in het veerkanaal.
4 Schroef de drukschroef (4) stevig erin. Daardoor wordt de bouwgroep in de
dekplaat bevestigd.
8.7 Montage van de stelschroefeenheid
Voor systeemenkelgewrichten zonder stelschroefeenheid slaat u deze stappen
over en gaat u door met de montage bij hoofdstuk 8.8.
1 Schroef de stelschroefeenheid in het schroefeenheidkanaal (afb. 17). De
drukveer moet in de gewenste dorsaalextensie volledig gecomprimeerd zijn.
2 Zorg ervoor dat het systeemgewricht op de graadmarkering is uitgelijnd.
174
6
5
4
3
2
1
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
4
3
2
1