Schroef de drukschroef er voorzichtig in of uit om te voorkomen dat de drukveer er per ongeluk
uitspringt.
8.8 Borging van de schroeven
De schroeven worden geborgd, nadat de orthese vervaardigd en gepast is en voordat deze aan de patiënt wordt
overhandigd.
1 Borg de schroeven van de dekplaat (afb. 12) met het bij de systeembreedte passende draaimoment en
LOCTITE® 243 middelvast.
2 Laat de lijm uitharden (na ca. 24 uur eindvast).
Schroeven voor dekplaat
Persschroef en S1 (schroef 1)
S2 (schroef 2, asschroef)
De schroeven van de dekplaat zijn bij levering niet geborgd met het noodzakelijke draaimoment. De
informatie over de draaimomenten vindt u ook in de verlagingen van de dekplaat.
9. Instelmogelijkheden bij de orthese
De orthese kan met instelbare systeemenkelgewrichten individueel aan het
pathologische gangbeeld worden aangepast. De in de hoofdstukken 9.1 tot
9.3 beschreven instellingen beïnvloeden elkaar onderling niet en kunnen
onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd.
Let op de correcte instelling van de dorsaalaanslag bij de montage
van het systeemenkelgewricht. Deze is beslissend voor de gehele
opbouw van de orthese.
9.1 Instellingen bij de veereenheid
Met de opbouwinstelschroef (1) kan de opbouw van de orthese worden aan-
gepast. De bewegingsbeperkingsschroef (2) maakt de traploze verandering
van de bewegingsvrijheid in plantairflexie of dorsaalextensie mogelijk. De
veerkracht kan door veereenheden (3) in verschillende veersterkten worden
veranderd (afb. 18).
Systeembreedte
10 mm
12 mm
2,5 Nm
4 Nm
1,5 Nm
3 Nm
14 mm
16 mm
6 Nm
6 Nm
4 Nm
4 Nm
4
20 mm
6 Nm
4 Nm
1
2
3
Afb. 18
Afb. 19
175