1
Zet de bladvergrendelingsschakelaar in de open
stand. (Afbeelding 2)
2
Verwijder het zaagblad.
3
Installeer een nieuw blad in de bladklem.
(Afbeelding 3)
Let op! Het blad kan ondersteboven worden geïnstalleerd
om moeilijk bereikbare plaatsen te zagen, bijvoorbeeld
plafonds.
4
Zet de bladvergrendelingsschakelaar in de
gesloten stand.
3.4 De bodemplaat aanpassen
Voorzichtig! Zorg ervoor dat het zaagblad langer
is dan de diameter van het werkstuk vanwege het risico
op terugslag. (Afbeelding 4)
Let op! De voetplaat moet tijdens het gebruik in contact
zijn met het werkstuk. Dit voorkomt sterke trillingen en
bewegingen waardoor het zaagblad kan breken.
De grondplaat kan worden verplaatst om de lengte van
het zaagblad aan de andere kant van het werkstuk aan
te passen.
● Pas de voetplaat aan als u dunne oppervlakken zaagt,
bijvoorbeeld gipsplaten, om te voorkomen dat het
zaagblad de achterliggende muur doorsnijdt.
1
Duw de vergrendelingshendel omlaag en trek de
bodemplaat naar de gewenste lengte. (Afbeelding 5)
2
Zet de vergrendelingshendel terug in zijn
oorspronkelijke positie om de bodemplaat te
vergrendelen.
3.5 Het product gebruiken
Waarschuwing! Het product heeft een elektrisch
remsysteem. Als het product niet snel stopt nadat de
stroomtrekker is losgelaten, moet u het product laten
nakijken door bevoegd personeel.
Voorzichtig! Gebruik het juiste zaagblad voor het
te zagen materiaal.
Voorzichtig! Zorg ervoor dat het zaagblad correct
geïnstalleerd en vergrendeld is voordat u het product
gebruikt.
Voorzichtig! Als het zaagblad blijft haken, laat
u de trekker onmiddellijk los, stopt u het product en
verwijdert u de batterij. Maak de zaagspleet breder met
gereedschap en trek het blad eruit.
Let op! Gebruik geen kracht op het product. Plaats
de bodemplaat strak tegen het oppervlak wanneer u
snijdt. Oefen voldoende druk uit zodat het blad door het
werkstuk heen kan werken. Verminder de druk wanneer
het mes het einde van de snede nadert.
Let op! Het materiaal wordt heet langs de snijlijn als u
metaal snijdt. Breng koel- of smeermiddel aan om schade
aan het zaagblad en het werkstuk te voorkomen.
3.5.1 Het product starten
Afbeelding 6
1
Druk de vergrendeling van de stroomschakelaar in
om te ontgrendelen (A).
2
Druk op de stroomstarter om het product te
starten (B).
3
Laat het product de maximale slagsnelheid
bereiken voordat u het zaagblad in contact brengt
met het werkstuk.
Let op! Verhoog de druk op de trekker voor een hogere
slagfrequentie en verlaag de druk voor een lagere
slagfrequentie.
● Pas de slagfrequentie aan het te zagen werkstuk aan.
Gebruik een lage slagsnelheid voor harde materialen,
bijvoorbeeld metaal en een hoge slagsnelheid voor
zachter materiaal.
3.5.2 Het product uitschakelen
1
Laat de trekker los.
2
Druk de aan/uit-schakelaar in om hem te
vergrendelen.
3.6 De ophanghaak aanpassen
Voorzichtig! Vervoer het product niet door het aan
uw riem te hangen.
Voorzichtig! Hang het product niet op aan
oppervlakken die niet stabiel zijn, bijvoorbeeld aan ladders.
● De ophanghaak kan in 3 verschillende vergrendelbare
standen worden gezet. (Afbeelding 7)
EN
SV
NO
DA
PL
DE
FI
FR
NL
59