Télécharger Imprimer la page

Daikin EWWD120J-SS Manuel D'installation Et D'opération page 34

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 21
volgende bij het aansluiten van het watercircuit:
1. Gebruik alleen schone buizen.
2.
Houd
het
buiseinde
verwijderen van de bramen.
3
Dek het uiteinde van de buis af als u ze door de
muur voert, zodat er geen stof en vuil in komt.
De afvoer en de vloeistoflijn moeten rechtstreeks op de remote
condensatorleiding gelast worden. Voor het gebruik van de
juiste buisdiameter, zie tabel met de technische kenmerken.
Zorg ervoor dat de buizen tijdens het lassen met N
gevuld zijn om ze tegen roet te beschermen.
Er mag geen blokkering zijn (stopklep, solenoïde)
klep) tussen de remote condensator en de
voorziene vloeistofinjectie van de compressor.
Lektest en vacuümdroging
De eenheden werden door de fabrikant op lekken
gecontroleerd.
Na het aansluiten van de buizen moet een lektest uitgevoerd
worden en moet de lucht in de koelmiddelbuis afgelaten
worden tot een absolute waarde van 4mbar door middel van
een vacuümpomp.
Tap geen lucht met koelmiddelen af.
Gebruik een vacuümpomp om de installatie vacuüm te
maken.
Vullen van de eenheid
1. Voer een volledige inspectie voor de start uit, zoals
uitgelegd wordt onder
"VOOR HET STARTEN".
Voer zorgvuldig alle procedures uit zoals uitgelegd
in hoofdstukken waarnaar verwezen wordt in het
hoofdstuk "VOOR HET STARTEN", maar start de
eenheid niet.
Lees ook de gebruikershandleiding die bij de eenheid
geleverd wordt; Dit zal helpen om de werking van de
eenheid en haar elektrische controller beter te begrijpen.
Vul de eenheid vooraf met koelmiddel zonder dat de
eenheid werkt
2.
Gebruik de 1/4" SAE Flare stopklep op de filterdroger
om de eenheid voor te laten met de volledige berekende
voorlading.
Gebruik de compressor niet voor het voorladen,
om schade aan de compressor te vermijden!
3.
Als stap 2 voltooid is, voer dan een ":
eerste start"-test uit:
3.1 Start de compressor en wacht tot de compressor
door de ster/delta gaat.
Controleer tijdens het opstarten zorgvuldig.
• of de compressor geen abnormale geluiden
maakt of trillingen veroorzaakt;
geluiden maakt of trillingen veroorzaakt;
• of de hoge druk stijgt en de lage druk daalt
binnen de 10 seconden om te evalueren of de
compressor niet omgekeerd werkt door
All manuals and user guides at all-guides.com
naar
beneden
bij
het
2
een verkeerde bedrading;
• of geen veiligheden geactiveerd worden.
3.2. Stop de compressor na 10 seconden.
Fijnregeling van de koelmiddellading terwijl de
eenheid in werking is
4.
Gebruik de 1/4" SAE Flare stopklep op de afzuiging voor
de
fijnregeling van de lading koelmiddel om ervoor te zorgen
dat het koelmiddel in vloeibare toestand geladen wordt.
4.1
Voor de fijnregeling van het koelmiddel, moet de
compressor op vol vermogen werken (100%).
4.2. Voer een controle uit op oververhitting en onderkoeling:
• de oververhitting moet tussen 3 en 8 K
liggen
• de onderkoeling moet tussen 3 en 8 K
liggen
4.3 Controleer het oliepeil via het kijkglas. Het niveau
moet zichtbaar zijn in het kijkglas.
4.4 Controleer de vloeistoflijn via het kijkglas. Het moet
verzegeld zijn en mag geen vocht in het koelmiddel
aangeven.
4.5 Zolang de vloeistoflijn niet in het kijkglas zichtbaar is, moet
u koelmiddel bijvullen in stappen van 1 kg en moet u wachten
tot de eenheid in stabiele omstandigheden werkt.
Herhaal de volledige procedure van stap 4 tot het kijkglas
voor de vloeistoflijn verzegeld is.
De eenheid moet de tijd krijgen om te stabiliseren, wat
betekent dat ze met succes gevuld werd.
5. Noteer de waarden van de oververhitting en de
onderkoeling voor later gebruik.
6. Vul de totale hoeveelheid koelmiddel in op het kenplaatje
van de eenheid en op het meegeleverde label voor het noteren
van de
NOTA Let op voor contaminatie van de remote condensator
om blokkering van het systeem te vermijden. Het is voor de
fabrikant onmogelijk om de contaminatie van de "vreemde"
condensator van de installateur te controleren. De eenheid
heeft een strikt contaminatieniveau.
VOORBEREIDING, CONTROLE EN AANSLUITING
VAN HET WATERCIRCUIT.
De eenheden zijn voorzien van een watertoevoer en
een waterafvoer om een koelwatercircuit aan te sluiten.
Dit circuit moet geïnstalleerd worden door een erkende
monteur en moet voldoen aan alle relevante Europese
en nationale reglementeringen.
Als er lucht of vuil in het watercircuit terechtkomt,
kunnen zich problemen .
voordoen. Houd daarom altijd rekening met het
volgende bij het aansluiten van het watercircuit:
D-EIMWC01004-14EU - 34/190

Publicité

loading