Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
De afzonderlijke aansluitwerkzaamheden staan in de onderstaande tabel alsook in de aansluitschemata op pagina 27 en
29 vermeld. In acht te nemen zijn hierbij ook de betreffende verduidelijkingen in hoofdstuk 8, elektrisch schakeltoestel (po-
sitie van bedieningselementen, binnenaanzicht van het schakeltoestel).
Uit te voeren werkzaamheden
Batterijaansluiting
(accu's tot bouwjaar 12/09)
Netaansluiting
Motortoevoerleiding
Motortemperatuurvoeler
Niveauregistratie
All manuals and user guides at all-guides.com
5. Elektrische aansluiting
ENKELE INSTALLATIE - veiligheidsinstructies in acht nemen!
• Beide batterijen (2 x 9 V blok) dienen
Schakeltoestel vanaf bouwjaar 01/10
op de printplaat te worden aangesloten.
• Nettoevoerleiding L1 / L2 / L3 / N / PE aan
de aansluitstrip met schroefaansluiting
aansluiten.
• N en PE moeten absoluut worden aan-
gesloten.
• De nettoevoerleiding dient aan de instal-
latiezijde een op alle polen werkende ho-
ofdschakelaar te bezitten, die duidelijk
aan de besturingsleiding is toegewezen.
• De voorgeschreven zekering aan de in-
stallatiezijde mag 16 A per fase niet over-
schrijden.
• Bij foutieve aansluiting kan de besturing
beschadigd of vernield worden.
• De motortoevoerleiding U/V/W dient cor-
rect op de veiligheidsschakelaar in de on-
derste schroefklemmen T1 / T2 / T3 te
worden aangesloten. Daarbij dient de
draairichting van de motor in acht te wor-
den genomen.
• PE dient samen met TF1 en TF2 aan de
aansluitstrip op de printplaat onder de
motorveiligheidschakelaar te worden
aangesloten.
• Draad 4 van de motortoevoerleiding dient
in de onderste klem van de aansluitstrip
TF2 TF1 te worden aangesloten.
• Draad 5 van de motortoevoerleiding dient
in de middelste klem van de aansluitstrip
TF 2 TF1 te worden aangesloten.
De ingang TF2 is met een 2-polige steek-
brug overbrugd; dat betekent, de mid-
delste klem is dubbel toegewezen. De
steekbrug mag niet worden verwijderd!
Aansluiting aan de druksensor
De transparante luchtslang dient
continu stijgend naar het schakeltoe-
stel te worden gelegd. De luchtslang
moet luchtdicht aan de op het scha-
keltoestel voorziene aansluiting wor-
den vastgeschroefd.
189
• De accu (1 x 9 V blok) dient in de accuhouder te
Schakeltoestel tot bouwjaar 12/09
worden geplaatst.
• Nettoevoerleiding L1 / L2 / L3 / N / PE aan het bo-
venste niveau van de grijze aansluitstrip van de
netaansluiting aansluiten, daarbij op de marke-
ring (opdruk van de printplaat) letten.
• N en PE moeten absoluut worden aangesloten.
• De nettoevoerleiding dient aan de installatiezijde
een op alle polen werkende hoofdschakelaar te
bezitten, die duidelijk aan de besturingsleiding is
toegewezen.
• De voorgeschreven zekering aan de installatiezi-
jde mag 16 A per fase niet overschrijden.
• Bij foutieve aansluiting kan de besturing bescha-
digd of vernield worden.
• Motortoevoerleiding U/V/W dient op de ABB vei-
ligheidsschakelaar B6-30-10 links van de motor-
veiligheidsschakelaar correct in de onderste
schroefklemmen T1 / T2 / T3 te worden aanges-
loten. Daarbij dient er op de draairichting van de
motor te worden gelet.
• PE op het onderste niveau van de grijze aans-
luitstrip van de netaansluiting aansluiten met in-
acht¬neming van de markering (opdruk op de
printplaat).
• Ingang TF: draad 4 van de motortoevoerleiding
dient rechts op de TF ingang, draad 5 links op de
TF ingang te worden aangesloten.
• Ingang E7: De brug moet blijven steken.
Niveau-ingangen (AAN/ALARM)
• De kabel dient continu stijgend naar het schakel-
toestel te worden gelegd.
• De kabeluiteinden van de drukniveauschakelaar
dienen op de overeenkomstig gekenmerkte klem-
men te worden aangesloten. (witte lus rechts,
bruine lus links aan de ingang „Aan", groene lus
rechts en gele lus links aan de ingang „Alarm").
Publicité
