Chicco Seat3Fit i-Size Notice D'emploi page 78

airbags (opblaasbare gordels), kan het contact
tussen het opblaasbare gedeelte van de riem
en het kinderzitje leiden tot ernstig letsel of
de dood. Tijdens de installatie met het Isofix-
systeem mag de veiligheidsgordel niet achter
de autostoel worden vastgemaakt, want dat
kan het opblaasbare gedeelte van de gordel
activeren.
WAARSCHUWING! 100-125cm: Bij gebruik
van voertuigen met veiligheidsgordels achter-
aan met geïntegreerde airbags (opblaasbare
gordels), volg dan de gebruikshandleiding
van de autofabrikant.
Het autostoeltje kan gebruikt worden op alle i-
Size-goedgekeurde autozittingen (controleer
de gebruiksaanwijzingen van het voertuig) en
op de zetels van de auto's die behoren tot de
"Compatibiliteitslijst voertuigen" die bij het au-
tostoeltje geleverd worden.
De autozitting moet in de rijrichting staan. Ge-
bruik dit autostoeltje nooit op zittingen die zij-
delings staan of tegen de rijrichting in (Afb.1)
4. INSTALLATIE VAN HET AUTOSTOELTJE
EN PLAATSING VAN HET KIND (40-105
cm) (≤ 18 kg).
In de verpakking is het autostoeltje gepositio-
neerd voor gebruik in de rijrichting.
Haal de steunpoot (Q) uit zijn zitting (Afb. 2a)
en trek hem naar buiten (Afb. 2b) tot de indi-
cator (R) groen wordt (Afb. 3).
Verwijder beide Isofix-koppelstukken (M) door
op de knoppen (N) (Afb. 4) te drukken.
Bevestig de twee Isofix-koppelstukken (M)
vast aan hun Isofix-bevestigingen die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zetel in de auto bevinden (Afb. 5). Om de
koppelstukken te bevestigen, drukt u op de
Isofix-knoppen, een karakteristieke klik geeft
aan dat de koppelstukken vastgehaakt zijn en
de respectieve indicatoren (O) worden groen
(Afb. 6). Duw het autostoeltje krachtig tegen
de rugleuning van de auto (Afb. 7).
WAARSCHUWING! Controleer of de beves-
tiging aan beide zijden op de juiste wijze is
uitgevoerd door het autostoeltje naar u toe
te trekken. Controleer tegelijkertijd of het au-
tostoeltje perfect tegen de rugleuning van de
auto zit.
De installatie van het stoeltje is ALLEEN maar
compleet als de steunpoot (Q) is geïnstalleerd.
Plaats de steunpoot (Q) en stel hem af met be-
hulp van de verstelknop (T) (Afb. 8). Wanneer
de steunpoot correct is geïnstalleerd, wordt
de indicator (U) groen (Afb. 9).
WAARSCHUWING! Controleer dat de steun-
poot altijd contact maakt met de vloer van het
voertuig.
WAARSCHUWING! de enige posities die
toegestaan zijn wanneer het voertuig rijdt zijn
tegen de rijrichting in en met de rijrichting
mee (Afb. 10).
WAARSCHUWING! De installatie tegen de
rijrichting in is verplicht totdat het kind 15
maanden oud is.
Duw op de draaiknop (K) en draai de zitting
van het autostoeltje tegelijkertijd naar u toe
(Afb. 11); deze stand is uitsluitend bedacht om
het kind gemakkelijker in het autostoeltje te
plaatsen.
Voordat u het kind laat zitten, drukt u op de
verstelknop van de gordels (E) en pakt u tege-
lijkertijd de twee gordels van het Autostoeltje
onder de schouderbanden vast. Trek ze naar u
toe, om ze losser te maken (Afb. 12).
Maak de gesp (D) los van de riemen van het
autostoeltje door op de rode knop (Afb. 13)
te drukken en het kind in het autostoeltje te
plaatsen.
WAARSCHUWING! Zorg er altijd voor dat het
kind goed tegen de rugleuning van het stoel-
tje leunt en dat het tussenbeenstuk (I) correct
geplaatst is.
Neem de gordels vast en leg de twee gesp-
tongen samen (Afb. 14). Duw de twee gesp-
tongen samen stevig in de gesp tot u een "klik"
hoort (Afb. 15). Om de veiligheid te garande-
ren zijn de twee gesptongen zo ontworpen
dat voorkomen wordt dat een enkele gesp-
tong of een gesptong per keer loskomt.
Om de gordels van het autostoeltje aan te
spannen, trekt u aan de verstelband (F) van
de gordels tot ze goed op het kinderlichaam
aansluiten (Afb. 16).
WAARSCHUWING! De gordels moeten goed
gespannen zijn en op het kind aansluiten,
78