De Ocs2 Voorbereiden Voor Gebruik; Stroominstelling - Integra OCS2 Manuel D'utilisation

De OCS2 voorbereiden voor gebruik

1. Steriliseer de Ojemann Corticale Stimulatorsonde (OCS2PND), product separaat
verkrijgbaar.
2. Breng de sonde (OCS2PND) in de output-aansluitpunten in, waarbij ervoor gezorgd
wordt dat de steker zich volledig in de Ojemann Corticale Stimulator (OCS2) bevindt.

Stroominstelling

1. Selecteer het gewenste bereik met de Bereikschakelaar.
2. Selecteer gewenste instellingen voor pulstempo en pulsduur met de bijbehorende
bedieningselementen.
3. Schakel de unit in door de stroomschakelaar om te zetten en waarborg dat het
batterijniveau aanvaardbaar is (het vervangen van de batterijen wordt aanbevolen
wanneer slechts één van de LEDs oplicht).
4. Druk de Outputschakelaar in en houd deze ingedrukt op positie Stroom controleren.
5. Stel de geselecteerde knop voor stroomoutput in (mA PIEK: LAAG (LOW) of
VOLLEDIG (FULL) voor de gewenste stroomoutput.
Waarschuwing
Zorg er bij stimulatie voor dat de Ojemann Corticale Stimulatorsonde (OCS2PND)
stabiel in contact staat met het corticale weefsel. Schakel de output niet in tot de sonde in
stabiel contact staat met weefsel. Vermijd incidenteel contact van de OCS2PND met het
corticale oppervlak.
Begin stimulatie bij het laagst mogelijke stroomniveau en verhoog met kleine
hoeveelheden tot de gewenste fysiologische respons optreedt. Stimuleer bij
stroomniveaus die niet opwekken na ontlading.
Integra beveelt aan om bij gebruik van een pulsduur van 2 msec. het stroomniveau van 5
mA niet te overschrijden. Reduceer de pulsduur bij stroomniveaus boven 5 mA.
6. Optioneel: Steek een plug van een UL-/IEC-goedgekeurd of passief apparaat in het
geluidsaansluitpunt aan de achterzijde van de unit. De uiteindelijke systeemconfiguratie
dient te voldoen aan EN 60601-1-1.
7. Nadat de gewenste stroominstelling is vastgesteld, worden de sondetips op de patiënt
gepositioneerd en de outputschakelaar naar positie Start gebracht. De OCS2 levert nu
stimulatiestroom naar de patiënt.
Opmerking
Gebruik de LCD-aflezing voor precieze outputstroomwaarden. De markeringen op de
mA-piekknoppen zijn bij benadering (alleen voor referentie).
7
Bedieningshandleiding OCS2