Tractel Davimast Manuel D'installation, D'entretien Et D'emploi page 55

24. Voor de veiligheid van de gebruiker is het van
essentieel belang dat de console correct is
gepositioneerd op de Davimast-mast is gemonteerd
en dat het werk op dusdanige wijze wordt verricht
dat het risico op vallen wordt geminimaliseerd.
25. Voor de veiligheid van de gebruiker moet er een
reddingsplan zijn opgesteld vó ó r elke operatie.
26. Het maximale gewicht van de gebruiker is 150 kg
voor alle consoles die zijn bedoeld om te gebruiken
met PBM en voor gebruik met een (EN 360)
Blocfor™ 20R- en 30R-valbeveiliger.
27. De minimale breuksterkte van de onderconstuctie
van de Blocfor™ - console-, Davimast- en grondplaat-
assemblage wordt bepaald door een minimale
kracht van 16 kN zowel verticaal als horizontaal uit
te oefenen, toegepast op het boveneinde van de
assemblage op een hoogte van 1.200 mm.
De Blocfor™ - console
breuksterkte van 15 kN voor het bevestigen
van hijsmiddelen
conform EN 1496 en voor het monteren van een
verankeringssysteem voor valbeveiliging.
28. De minimale breuksterkte van de onderconstructie
van de Carol™ - console-, Davimast- en grondplaat-
assemblage wordt bepaald door een minimale
kracht van 16 kN verticaal uit te oefenen op het
uiteinde van de 300 mm lange arm van de Carol™ -
steun.
29. De minimale breuksterkte van de onderconstructie
van de assemblage met een console met dubbel
roterende ankerpunt, Davimast en grondplaat wordt
bepaald door een minimale kracht van 16 kN zowel
verticaal als horizontaal uit te oefenen, toegepast
op de bovenzijde van de assemblage op een
hoogte van 1.200 mm.
30. Vó ó r gebruik moeten de toezichthouder en de
gebruiker de informatie in de handleidingen voor de
EN 1496 en EN 360-toestellen en de handleidingen
van de permanente basissteunen voor Davitrac en
Davimast lezen en begrijpen.
31. In het geval van een reddingsoperatie door middel
van abseilen, moet een afdaaltoestel dat voldoet
aan norm EN 341 worden gebruikt.
32. Een veiligheidsharnas is de enige uitrusting die kan
worden gebruikt in een valbeveiligingssysteem. De
connector van het reddingsmiddel moet worden
verbonden met het verbindingspunt op het harnas
dat hiervoor bedoeld is. (Zie de instructies van het
harnas.) Het hijsmiddel voor reddingsdoeleinde
moet verticaal worden gebruikt.
Neem contact op met TRACTEL
toepassingen
heeft een minimale
voor reddingsdoeleinde
:
p e in
voor alle andere
®
. e nitie en picto a
. . e nitie
' o ct Onderdeel dat in deze handleiding wordt
beschreven in de verschillende beschikbare modellen.
Toe ic t o e Het
verantwoordelijk voor het beheer en veilig gebruik van
het product dat in de handleiding wordt beschreven.
onte
Gekwali ceerd i di idu dat era twoordeli k
is voor de onderhoudswerkzaamheden die in de
handleiding worden beschreven en toegestaan, en die
getraind is en vertrouwd met het product.
Ge i e
Individu dat het product gebruikt voor het
beoogde doel.
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen
vallen van hoogtes.
onnecto
Het element dat de componenten van
een valbeveiligingssysteem met elkaar verbindt. Het is
conform EN 362.
eili ei a na De
lichaam wordt gedragen voor bescherming tegen
vallen. Het bestaat uit riemen en gespen. Het bevat
bevestigingspunten voor
gemarkeerd met een A als ze op zichzelf kunnen
worden gebruikt, of gemarkeerd met A/2 als ze moeten
worden gebruikt in combinatie met een ander A/2-punt.
Het is conform EN 361.
A to ati c lo e en
Valbeveiliging met
vergrendelingsfunctie en een systeem voor het
spannen en oprollen van de vanglijn.
a i e ic t van
maximumgewicht van de gebruiker inclusief zijn
uitrusting, gedragen PBM en werkkleding en de
gereedschappen en onderdelen die nodig zijn voor een
taak.
' e la tli iet De
hijswerktuig.
al eveili in tee ': Assemblage bestaande uit
de volgende items:
– Een verankeringssysteem;
– Een verbindingscomponent;
– Valbescherming conform de norm EN 363; en
– Een veiligheidsharnas.
' i i el voo e
la e Een onderdeel of assemblagedeel van
reddingsapparatuur. Een gebruiker kan hiermee met de
en
individu of de afdeling
uitrusting die om het
valbeveiliging die zijn
val top tee
een automatische
e e i e ': Het
werklastlimiet van een
in oelein e
55
NL