Warm Tech PAP24000 Mode D'emploi page 43

SLAKKEN: slakken zijn silicium (zand) en andere onzuiverheden in de brandstof die een harde massa vormen
tijdens het verbrandingsproces. Deze harde massa zal de luchtstroom doorheen de verbrandingspotvoering
blokkeren en de prestaties van de kachel nadelig beïnvloeden. Elke brandstof, zelfs goedgekeurde types, kan
slakken beginnen vertonen. Controleer de verbrandingspotvoering dagelijks om zeker te zijn dat de gaten niet
geblokkeerd zijn met slakken.
Als de gaten geblokkeerd raken, verwijder dan de voering (als de kachel koud is) en reinig deze/schraap de
slakken er uit. Maak de gaten schoon met een klein scherp voorwerp indien nodig.
Zie het hoofdstuk Routinereiniging en Onderhoud.
PELLETAANVOERSNELHEDEN: Door de verschillende brandstofdensiteiten en –groottes kunnen de
pelletaanvoersnelheden verschillen. Dit kan een aanpassing van de verbrandingsventilatorsnelheid of van de
avegaaraanvoertriminstelling op laag vereisen. Aangezien de kachelleverancier geen controle heeft over de
kwaliteit van de pellets die u gebruikt, nemen geen aansprakelijkheid op ons voor uw keuze van houtpellets.
Draag goed zorg voor de pellets. Maak ze niet vochtig en verbrijzel ze ook niet. Dit zou immers het rendement
aantasten en het stof zou ophopen op het deurglas. Pelletbrandstof is vervaardigd uit zaagsel en afvalhout van
veel verschillende houtsoorten. Pellets van hardhout bevatten meer asresten dan deze van zachte houtsoorten.
Mineralen van as en zand in de pellets vormen slakken onder extreme temperaturen in de verbrandingspot.
Probeer verschillende merken pellets te verbranden tot u het type vindt dat brandt met minimale as- en
slakkenvorming. Zodra u een pelletmerk vindt dat goed brandt, blijf dit merk dan gebruiken. Brandstof met hoog
asgehalte verhoogt de frequentie van de kachelreinigingen. Brandstof met te veel vochtgehalte kan het
avegaargeheel blokkeren.
Bewaar pellets minstens 1m uit de buurt van de pelletkachel
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde
fysische, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze
supervisie of instructies hebben gekregen betreffende het gebruik van het toestel door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht worden
gehouden om zeker te zijn dat ze niet spelen met het toestel.