Voorafstelling Van Het Spuitstuk; Verstuiver Installeren - Riello RL 70 Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

5.9.1

Voorafstelling van het spuitstuk

Controleer nu, voor het model 130, of het maximale debiet van de
de
brander in de 2 fase zich binnen het gebied B of het gebied C
van het werkvlak bevindt. Zie pag. 12.
Als het in het gebied B ligt is geen ingreep nodig.
Als het daarentegen in gebied C ligt:
– Draai de schroeven 1) (Afb. 12) los en demonteer het spuit-
stuk 5).
– Draai de schroeven 3) los en verwijder de verstopper 4).
– Draai de schroeven 3) op de stang 2) vast.
– Hermonteer het spuitstuk 5) en de schroeven 1).
Zet, als u deze handeling verricht heeft, de flens 7) (Afb. 9) op de
ketelplaat vast en breng de pakking 8) - standaard geleverd -
aan.
Maak gebruik van de 4 standaard geleverde schroeven na het
schroefdraad hiervan met een product tegen het vastlopen (vet
voor hoge temperaturen, compound, grafiet) te hebben behan-
deld.

5.10 Verstuiver installeren

5.10.1 De verstuivers voor de 1
De brander is conform de emissievereisten die voorzien worden
door de norm EN 267.
Om een constante emissie te garanderen, moeten u aanbevolen
en/of alternatieve spuitstukken gebruiken die door Riello in de
aanwijzingen en de mededelinegn aangeduid worden.
Er wordt aanbevolen de spuitstukken jaarlijks te
vervangen, tijdens het periodieke onderhoud.
OPGELET
Het gebruik van andere spuitstukken dan diegene
die voorgeschreven worden door Riello S.p.A. en
het niet correcte periodieke onderhoud kunnen
VOORZICHTIG leiden tot het niet respecteren van de emissieli-
mieten die voorzien worden door de van kracht
zijnde normenstelsels, en kan in extreme gevallen
schade aan voorwerpen of letsels aan personen
veroorzaken.
Het is duidelijk dat deze schade, veroorzaakt
wordt door de niet-inachtneming van de voor-
schriften van deze handleiding, op geen enkele
manier aan de producent te wijten kan zijn.
Kies de beide verstuivers uit de exemplaren die in Tab. F zijn op-
genomen.
De eerste verstuiver bepaalt het branderdebiet in de 1
De tweede verstuiver werkt samen met de eerste en beide ver-
stuivers bepalen het branderdebiet in de 2
ste
Het debiet tijdens de 1 en 2
den liggen, zoals aangegeven op .pag. 10
Gebruik verstuivers met een verstuivingshoek van 60° bij de aan-
geraden druk.
Doorgaans hebben de beide verstuivers hetzelfde debiet maar,
indien noodzakelijk, kan de verstuiver van de 1
• een debiet lager dan 50% van het totale debiet hebben als u
de tegendruk op het moment van de ontsteking wilt beper-
ken; de verbranding is ook goed bij waarden van 40 - 100 %
ste
tussen de 1 en de 2
• een debiet 50% groter dan het totale debiet hebben als u de
verbranding tijdens de 1
ste de
en 2 fase kiezen
de
fase.
de
fase moet binnen de grenswaar-
ste
fase:
de
fase;
ste
fase wilt verbeteren.
Installatie
OPGELET
STOOKOLIE
GPH
5.00
5.50
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
8.30
8.50
9.00
9.50
10.0
10.5
11.0
12.0
12.3
13.0
13.8
14.0
ste
15.0
fase.
15.3
16.0
17.0
17.5
18.0
19.0
19.5
20.0
21.5
22.0
Het aangegeven debiet is verkregen als de beide verstui-
(1)
vers met stookolie functioneren: dichtheid 0.84 kg/dm
viscositeit 4.2 cSt/20 °C - temperatuur 10 °C.
17 NL
De sluiting brander-ketel moet volledig herme-
tisch zijn.
D690
kg/h (1)
10 bar 12 bar
19.2 21.2
21.1 23.3
23.1 25.5
25.0 27.6
26.9 29.7
28.8 31.8
30.8 33.9
31.9 35.2
32.7 36.1
34.6 38.2
36.5 40.3
38.4 42.4
40.4 44.6
42.3 46.7
46.1 50.9
47.3 52.2
50.0 55.1
53.1 58.5
53.8 59.4
57.7 63.6
58.8 64.9
61.5 67.9
65.4 72.1
67.3 74.2
69.2 76.4
73.0 80.6
75.0 82.7
76.9 84.8
82.7 91.2
84.6 93.3
Afb. 12
kW
12 bar
14 bar
23.1 251.4
25.4 276.3
27.7 302.4
30.0 327.3
32.3 352.3
34.6 377.2
36.9 402.1
38.3 417.5
39.2 428.2
41.5 453.1
43.8 478.0
46.1 502.9
48.4 529.0
50.7 553.9
55.3 603.7
56.7 619.1
59.9 653.5
63.3 693.8
64.5 704.5
69.2 754.3
70.5 769.7
73.8 805.3
78.4 855.1
80.7 880.0
83.0 906.1
87.6 956.0
89.9 980.9
92.2 1005.8
99.1 1081.7
101.4 1106.6
Tab. F
3
-
6457