Reiniging; Installatie; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Bus-Verbinding En Temperatuursensor (Laagspanningszijde) - Bosch Junkers MS 200 Notice D'installation Pour Le Professionnel

Masquer les pouces Voir aussi pour Junkers MS 200:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Installatie

• Bijkomend voor warmtehoeveelheidsmeter (L):
– Temperatuursensor in aanvoer naar solarcollector; aansluiting op IS2
– Temperatuursensor in retour van solarcollector; aansluiting op IS1
– Watermeter; aansluiting op IS1
• Bijkomend voor temperatuurverschilregelaar (M):
– Temperatuursensor ketel; aansluiting op MS 100 op TS2
– Temperatuursensor koeling; aansluiting op MS 100 op TS3
– Aan te sturen module (pomp of ventiel); aansluiting op MS 100
op VS1/PS2/PS3 met uitgangssignaal op aansluitklem 75;
aansluitklem 74 niet bezet
• Bovendien voor derde boiler/zwembassin met ventiel (N):
– 3-wegklep; aansluiting op PS4
– Temperatuursensor op 3e boiler onder; aansluiting op TS7
• Voor circulatiesysteem 3:
– Temperatuursensor op boiler 2 boven (meegeleverd)
– Temperatuursensor op boiler 1 boven
– Temperatuursensor op boiler 1 onder
– Pomp thermische desinfectie (optie)
• Voor laadsysteem 4:
– Temperatuursensor op boiler 1 boven (meegeleverd)
– Temperatuursensor boiler 1 onder
– Pomp voor warmwatercirculatie (optie)
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleidingen.
2.8

Reiniging

▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven.
Gebruik daarbij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3
Installatie
GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
▶ Voor de installatie van dit product: ketel en alle andere
BUS-deelnemers over alle polen losmaken van de net-
spanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: monteer de afdekking
( afb. 18, pagina 81).
3.1
Installatie
▶ Installeer de module op een wand ( afb. 3 tot afb. 5, vanaf
pagina 78), op een DIN-rail ( afb. 6, pagina 79), of in een module.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 7
op pagina 79.
3.2

Elektrische aansluiting

▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor (laag-
spanningszijde)
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemers [B] via verdeeldoos [A] in ster schakelen
( afb. 16, pagina 80) of via BUS-deelnemer met 2 BUS-aansluitin-
gen in serie ( afb. 20, pagina 82).
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbin-
ding tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of
in het BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de in-
bedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
26
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
aderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche
installaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en
afscherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de aan-
sluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaarde,
bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde  24 V)
 vanaf afb. 20, pagina 82
BUS
BUS-systeem EMS 2
1)
IS1...2 Aansluiting
Voor warmtehoeveelheidsmeting (Input Solar)
2)
OS1...2 Aansluiting
Toerentalregeling pomp met PWM of 0-10 V (Output Solar)
TS1...8 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor Solar)
Tabel 10
1) Klembezetting:
1 – massa (watermeter en temperatuursensor)
2 – debiet (watermeter)
3 – temperatuur (temperatuursensor)
4 – 5 VDC (voedingsspanning voor vortexsensoren)
2) Klembezetting:
1 – massa
2 – PWM/0-10V uitgang (Output)
3 – PWM ingang (Input, optie)
3.2.2
Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhanke-
lijk van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 8 t/m 15,
vanaf pagina 79 getoonde beschrijving is een voorstel
voor de procedure van de elektrische aansluiting. De
handelingsstappen zijn deels niet zwart weergegeven.
Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke han-
delingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten
componenten en modules mag niet hoger worden dan
het maximaal vermogen zoals gespecificeerd in de tech-
nische gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van
de ketel verloopt, moet lokaal voor de onderbreking
van de netspanning over alle polen een genormeerde
scheidingsinrichting (conform EN 60335-1) worden
geïnstalleerd.
▶ Installeer de kabels door de tulen, conform de aansluitschema's aan-
sluiten en met de meegeleverde trekontlasting borgen
( afb. 8 t/m 15, vanaf pagina 79).
2
aderdiameter
2
aderdiameter
MS 200 – 6 720 812 458 (2014/10)

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières