Bediening Van Het Systeem; Bediening Van De Console - Anspach eG1 High Speed System Mode D'emploi

Nederlands-Dutch
Instellen van de optionele irrigatieslang (alleen SC3002)
1. Verwijder de steriele irrigatieslang uit de steriele verpakking.
2. Schuif de irrigatieslang op het proximale uiteinde van de irrigatiebevestigingsklem.
3. Bevestig de irrigatiebevestigingsklem aan het handstuk.
4. Bevestig de irrigatiebevestigingsklem aan het hulpstuk.
5. Plaats het uiteinde van de irrigatieslang in het niet-steriele gebied.
6. Open de draaisluiting voor de irrigatiepomp in de richting van de weergegeven pijl.
7. Steek de irrigatieslang in de pomp overeenkomstig de markering en sluit de draaisluiting.
8. Steek de infuusstandaard in de beugel aan de achterzijde van de console.
9. Hang de irrigatiezak aan de infuusstandaard (maximaal 1 L zak).
10. Verwijder de beschermdop van de canule en sluit de canule aan op de irrigatiezak. Zorg daarbij, terwijl de irrigatie
wordt veiliggesteld, dat de aansluitnippel van de canule niet wordt aangeraakt door niet-steriele personen.
11. Bevestig de slang met behulp van de irrigatieslangklemmen aan de handstukslang.
12. Om de irrigatie te starten, drukt u op de knop "Irrigatie" op de voorkant van de console. Het lampje op de voorkant
van de console zal branden als teken dat de irrigatie wordt uitgevoerd.
13. De irrigatiestroming kunt u regelen met de draaiknop naast de irrigatiepomp.
14. De irrigatie kan ook worden gestart met bepaalde optionele voetregelaars (zie stap 4 bij Voetbediening).
Let op: Als de slang verstopt raakt, kan deze – zonder waarschuwing – loskomen van de aansluitingen. Tijdens het
gebruik mag men niet op de slang stappen, er apparaten op zetten, erin knijpen, deze knikken of afklemmen of op
enige andere wijze afsluiten.
NB: Nominale maximale doorstroomsnelheid: 95 ml/min.

Bediening van het systeem

Waarschuwing
• Gebruik een dissectie-instrument niet zonder een hulpstuk, anders kan letsel ontstaan.
• Gebruik alleen G1 dissectie-instrumenten. Het gebruik van niet-aangegeven dissectie-instrumenten kan letsel
veroorzaken.
• Gebruik de juiste combinatie van dissectie-instrument en hulpstuk, anders kan letsel ontstaan.
Let op
• Gebruik het handstuk niet zonder dat een hulpstuk en dissectie-instrument goed zijn bevestigd. Anders kan het
vergrendelingsmechanisme van het snijblad worden beschadigd.
Standaardinstellingen van de console
Richting: vooruit (rechtsom, waarbij het distale uiteinde van de gebruiker af wijst)
Toerental: 80.000 tpm (maximum)
Gebruikersinterface: voetbediening
Irrigatie: UIT

Bediening van de console

1. Om de maximumsnelheid van het handstuk te verhogen of verlagen, drukt u op de blauwe pijlen op de voorkant
van de console. De maximale operationele snelheid wordt verhoogd en verlaagd in stappen van 10.000 tpm. De
lampjes op de voorkant van de console geven het maximum aantal toeren per minuut (tpm) aan.
2. Om de draairichting van het handstuk te veranderen, drukt u op de "R"- of "F"-pijl op de voorkant van de console.
De richting kan alleen worden veranderd wanneer het handstuk niet draait. De lampjes naast "F" en "R" geven aan
of het handstuk vooruit (F) of achteruit (R) draait. Drie achtereenvolgende pieptonen geven aan dat de console is
ingesteld op achteruit (linksom) en de voetpedaal is ingedrukt.
NB: De volgende stappen gelden alleen voor de irrigatiebediening met de SC3002 console.
3. Om de irrigatie te starten, drukt u op de knop Irrigatie op de voorkant van de console. Het lampje op de voorkant
van de console zal branden als teken dat de irrigatie wordt uitgevoerd. NB: De irrigatie kan ook worden gestart met
bepaalde optionele voetregelaars (zie stap 4 bij Voetbediening verderop).
4. De irrigatiestroming kunt u regelen met de draaiknop naast de irrigatiepomp. De irrigatiesnelheid is afhankelijk van
de stand van de knop op de wijzerplaat naast de irrigatiepomp.
126