4.6
Testketel
Het werkvlak is het resultaat van testen met speciale proefketels,
volgens methodes, zoals die voorgeschreven worden door de
normen EN 267.
In (Afb. 3) zijn de diameter en de lengte van de testverbrandings-
kamer aangegeven.
4.7
Beschrijving brander
1
Ontstekingselektrodes
2
Verbrandingskop
3
Stelschroef verbrandingskop
4
Fotoweerstand voor controle aanwezigheid vlam
5
Bevestigingsschroef ventilator op de flens
6
Geleiders voor openen brander en inspectie verbrandings-
kop
7
Kleppengroep
8
Pomp
9
Plaatje voorzien van 4 gaten voor doorgang van leidingen
en elektriciteitskabels.
10 Luchttoevoer ventilator
11 Ventilator drukmeetpunt
12 Flens voor de bevestiging op de ketel
13 Vlamhaker
14 Vlamkijkvenster
15 Verlengstukken voor geleiders 6)
16 Condensator motor
17 Branderautomaat met veiligheidslampje en ontgrendelings-
knop
18 Stopcontact voor de elektrische aansluiting
19 Klep
20 Regeling pompdruk
21 Plaatje voorzien van 2 gaten voor de doorgang van flexibele
leidingen.
De brander kent twee soorten blokkeringen:
Blokkering van de branderautomaat
: het oplichten van de knop (rode led) van het branderautomaat
17) (Afb. 4) geeft aan dat de brander geblokkeerd is.
De knop tussen de 1 en 3 seconden lang indrukken om de veilig-
heidsschakeling te deblokkeren.
Technische beschrijving van de brander
11
Voorbeeld Debiet 35 kg/uur:
doorsnede = 50 cm; lengte = 1,5 m.
Als de brander dient te werken met een veel kleinere verbran-
dingskamer, is het aangeraden vooraf een test te doen.
7
6
8
15
5
17
4
16
21
D8618
NL
D454
2
11
12
10
3
14
20
18
9
19
Afb. 3
1
13
Afb. 4
6427