Opmerkingen Voor De Installateur/De Ingebruikname Voor Het Gebruik Van Een Mengsel Van Stookolie En Biobrandstof Van Maximaal 10; Functioneringsstand; Ketelplaat - Riello RL B10 RL 34/1 MZ Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5.4
Opmerkingen voor de installateur/de ingebruikname voor het gebruik van een mengsel van stookolie
en biobrandstof van maximaal 10%.
 Controleer tijdens de installatie van de brander of de stook-
olie en biobrandstof voldoen aan de Riello vereisten (raad-
pleeg
de
hoofdstukken
"Handleiding voor het gebruik van biobrandstofmengsels tot
10% in de technische handleiding van de brander).
 Als een biologisch mengsel gebruikt wordt, moet de installa-
teur aan de eindgebruiker vragen of de brandstofleverancier
in staat is aan te tonen dat de brandstofmengsels aan de
vereisten voldoen.
 Controleer of de materialen gebruikt voor de constructie van
de olietank en de accessoires voor biobrandstoffen geschikt
zijn. Werk de onderdelen bij of vervang ze met biocompati-
bele componenten als dit niet het geval is.
 Let goed op de olie opslagtank en de toevoer naar de bran-
der. Riello raadt u aan om de bestaande stookolie opslag-
tanks te reinigen en te controleren en eventueel water te
verwijderen ALVORENS u ze met biobrandstof vult (neem
contact op met de fabrikant van de tank of de brandstofleve-
rancier voor overige tips). De eventuele niet-inachtneming
va deze aanbevelingen zal resulteren in een groter gevaar
voor vervuiling en mogelijke defecten aan de apparatuur.
 De oliefilters op de lijn moeten vervangen worden, contro-
leer of ze biocompatibel zijn. Riello raadt het gebruik aan
5.5

Functioneringsstand

De brander kan alleen in de standen 1, 2, 3 en 4 werken.
De installatie 1 is de beste daar het de enige installatiestand is
waarin het onderhoud mogelijk is zoals verderop in deze handlei-
ding beschreven wordt. De installaties 2, 3 en 4 maken de func-
tionering mogelijk maar hinderen het onderhoud en de controle
van de brandstofkop, pag.26.
5.6

Ketelplaat

Boor gaten in de afsluitplaat van de verbrandingskamer zoals
aangegeven staat in (Afb. 8).
Met behulp van de thermische flensdichting - samen met de bran-
der geleverd - kunt u de juiste positie van te boren gaten vinden.
mm
RL 34/1 MZ
160
6427
"Technische
gegevens"
1
2
A
B
224
Installatie
van een hoogwaardig oliefilter in de tank en een secundair
100 micron filter om de pomp van de brander en de verstui-
en
ver tegen vervuiling te beschermen.
 De hydraulische componenten en de flexibele olieleidingen
van de brander moeten geschikt zijn voor het gebruik van
biobrandstof (neem in het geval van twijfel contact op met
Riello). Riello heeft de vereisten van de biocompatibele com-
ponenten, inclusief de flexibele olieleidingen ter bescher-
ming van de pomp, de veiligheidsklep en de verstuiver,
zorgvuldig gekozen. De garantie van Riello is onderworpen
aan het gebruik van originele Riello componenten, inclusief
de olieleidingen. Stel de brander in gebruik en stel de brand-
stofparameters in aan de hand van de aanbevelingen van de
fabrikant van het apparaat.
 Voer visuele controles uit om mogelijke olielekkages uit de
dichtingen, pakkingen en flexibele leidingen op te sporen.
 We raden u ten zeerste aan om het oliefilter elke 4 maanden
te controleren en te vervangen als u biobrandstof gebruikt.
Laat deze regelmaat in het geval van vervuiling toenemen.
 We raden u ten zeerste aan om de brander kortstondig elke
drie maanden aan te zetten als oliebranders een lange tijd
niet gebruikt worden en/of in stand-by geplaatst zijn
OPGELET
3
4
C
M 8
Tab. D
14
NL
Elke andere stand kan de correcte functionering
van het apparaat hinderen.
De installatie 5 is wegens veiligheidsredenen ver-
boden.
5
D3928
Afb. 7
D455
Afb. 8

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

975 t34705103470511

Table des Matières