Vent-Axia Serene Instructions D'installation page 20

NL
3) Ledweergave met prisma (fig. 6)
ELKE keer dat de ventilator wordt geactiveerd (via de scheidingsschakelaar), wordt de
eerste 15 minuten afwisselend het actueel bereikte debiet (l/s)* en de systeemdruk (Pa)
weergegeven. De informatie wisselt elke 10-20 seconden, de drukweergave knippert en
het debiet is constant te zien. De dagregistratie wordt slechts een keer getoond, na de
eerste cyclusweergave van het debiet en de systeemdruk.
*Luchtstroomdetectiesysteem moet ingeschakeld zijn om het gekalibreerde debiet weer
te geven.
4) Systeemdrukdetectie
De ventilator kan de systeemdruk detecteren voor het opsporen van storingen.
Wanneer de ventilator herrie maakt of het gewenste debiet niet bereikt, kan dit
worden veroorzaakt door een geblokkeerd kanaal of een kanaal dat niet voldoende is
uitgerekt tijdens de installatie (bij het gebruik van flexibele kanalen). Dit wordt ELKE
keer dat de ventilator wordt aan- en uitgezet getoond tijdens de eerste 15 minuten
(via de scheidingsschakelaar). Het cijfer wordt weergegeven in Pascal (Pa) en hoe
hoger het cijfer, hoe bochtiger het systeem (en de luchtstroom) - d.w.z. het is
moeilijker voor de ventilator om de lucht door het kanaal te verplaatsen. Hierdoor
gebruikt de ventilator meer energie en gaat het geluidsniveau omhoog.
Tot een maximum van 30 Pa systeemdruk draait de ventilator met een correct debiet.
De systeemdruk verschilt voor alle snelheden, maar is het slechtst op de 13 l/s
instelling.
5) Kalibratie
De luchtstroomsensor is in de fabriek gekalibreerd met behulp van UKAS
erkende apparatuur. Informatie over de apparatuur en certificering zijn aan de
binnenkant van de ventilator te vinden.
D. REPARATIE EN ONDERHOUD.
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOETEN GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD.
1. De ventilator moet op bij de installatie passende tussenpozen worden geïnspecteerd en
schoongemaakt om ophoping van vuil en andere afzetting te voorkomen.
2. Trek het voorste paneel voorzichtig van het binnenste rooster (fig. 4)
3. Wrijf de inlaten en de voorkant met een vochtige doek schoon. Zorg dat er geen vuil in
de luchtstroomsensor wordt geduwd.
De ventilator heeft gesealde, voor levensduur gesmeerde lagers, deze hoeven dus
niet te worden gesmeerd.
20