Namur-Contact; Kabelinvoeren; Isolatie Van De Meetwaardeopnemer; Gebruik In Zone 2 Met Beschermingsklasse "Dampveilig" (Nr) - ABB CoriolisMaster FCB330 Mode D'emploi

6.6.3

NAMUR-contact

„A"
2
1
BR902
„B"
2 1
BR902
Afb. 28: Positie van de jumpers
"A" Standaardschakeling | "B" NAMUR-schakeling
1 Steekbrug BR902 | 2 Steekbrug BR901
Steekbrug Positie Functie
BR902 1
Standaardconfiguratie bij voorkeur voor Ex
"e" (toestand bij levering)
BR901 1
BR902 2 NAMUR-configuratie bij voorkeur voor Ex "i"
BR901 2
Door plaatsing van jumpers kan de schakeluitgang en de
impulsuitgang (klem 41 / 42 en 51 / 52) intern als NAMUR-
contact voor aansluiting op een NAMUR-versterker
geschakeld worden.
6.6.4

Kabelinvoeren

Bijzondere aanwijzingen voor apparaten met
Noordamerikaans certificaat
Apparaten die gecertificeerd ziijn voor Noordamerika worden
slechts met 1/2" NPT-schroefdraad zonder kabelwartels
geleverd.
6.6.5

Isolatie van de meetwaardeopnemer

Wanneer de meetwaardeopnemer moet worden geïsoleerd de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Montage / inbouwpositie /
inbouw bij optie TE1 "Verlengde toren" lezen!
30 - NL CI/FCB300/FCH300-X1 Rev. F | CoriolisMaster FCB330, FCB350, FCH330, FCH350
1
2
G10368
6.6.6 Gebruik in zone 2 met beschermingsklasse
"dampveilig" (nR)
De behuizing van de meetomvormer (rechthoekig of rond,
compact of gescheiden) kan in zone 2 met de beschermklasse
"dampveilig" (nR) gebruikt worden.
WAARSCHUWING – Vermindering van de
veiligheidsklasse!
Na installatie, onderhoud of opening van de
behuizing moet het apparaat volgens IEC 60079-
15 door de exploitant getest worden (zie
hoofdstuk „Belangrijke aanwijzingen voor het
testen van het apparaat").
Belangrijke aanwijzingen voor het testen van het apparaat
Conform IEC 60079-15, hoofdstuk 23.2.3.2.1.2 "Eisen aan
regelmatige inspecties van dampveilige behuizingen;
apparaten zonder testaansluiting" volgende punten in acht
nemen:
— Bij constante temperatuurvoorwaarden mag de tijd, waarin
zich de onderdruk in de behuizing van ten minste 0,3 kPa
(30 mm waterkolom) halveert, niet korter dan 180 seconden
zijn.
Als alternatief kunnen ook de volgende testprocedures worden
toegepast, om kortere testtijden mogelijk te maken:
— Bij constante temperatuurvoorwaarden mag de tijd, waarin
zich de onderdruk in de behuizing van 0,3 kPa (30 mm
waterkolom) op 0,27 kPa (27 mm waterkolom) verlaagt, niet
korter dan 27 seconden zijn.
— Bij constante temperatuurvoorwaarden mag de tijd, waarin
zich de onderdruk in de behuizing van 3,0 kPa (300 mm
waterkolom) op 2,7 kPa (270 mm waterkolom) verlaagt, niet
korter dan 27 seconden zijn.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Wanneer bij de test met de lagere drukken (0,3
kPa (30 mm waterkolom)) problemen optreden,
dan mag de test met de 10-voudig hoger druk
(3,0 kPa (300 mm waterkolom)) worden
uitgevoerd.