Hortensus 8FT Mode D'emploi page 32

Slechte weersomstandigheden:
Gebruik de trampoline alleen bij goed weer. Een natte springmat is glad. De persoon die springt
kan de controle verliezen bij het springen met harde wind.
Onbeperkte toegang tot de trampoline:
Bewaar de ladder op een veilige plaats wanneer de trampoline buiten gebruik is om te
voorkomen dat kinderen zonder toezicht toegang krijgen tot de trampoline.
Ongevallenpreventie:
De rol van de gebruiker bij het voorkomen van ongevallen:
Basiskennis van de trampoline is onmisbaar voor de veiligheid. Alle gebruikers van de trampoline
moeten vertrouwd zijn met de basis sprong- en landingstechnieken alvorens over te gaan naar
meer geavanceerde sprongen. De gebruiker heeft een gecontroleerde sprong als hij eraf springt
en op dezelfde plaats landt. Voor meer details zie paragraaf "Basis sprongtechnieken". Voor meer
informatie kunt u contact opnemen met een ervaren trampolinetrainer.
De rol van de toezichthouder:
De toezichthouder moet alle veiligheidsinstructies kennen en is verantwoordelijk voor de
naleving ervan. Als er geen passend toezicht mogelijk is moet de trampoline worden
gedemonteerd en op een veilige plaats worden opgeslagen. Hij moet worden afgedekt met een
dekzeil dat met een ketting en een slot wordt vastgezet. De toezichthouder moet ervoor zorgen
dat de gebruikers de veiligheidsinstructies in acht nemen en dat het informatiebordje op de
trampoline wordt geplaatst.
3 BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
De trampoline mag alleen onder toezicht worden gebruikt, ongeacht de springvermogen en de
leeftijd van de gebruiker.
De persoon die springt moet alle basistechnieken van het springen onder de knie krijgen (zie
paragraaf "basis sprong technieken").
De nadruk moet worden gelegd op een gecontroleerd springen. De persoon die springt moet niet
proberen een ander te overtreffen.
Niet te lang springen. Vermoeidheid kan het risico op letsel verhogen.
De gebruiker dient geschikte kleding te dragen zoals T-shirts, sportschoenen met zachte zolen of
op blote voeten te springen.
Wij raden beginners aan om een lange zwembroek en een topje met lange mouwen te dragen
om schaafwonden te voorkomen.
Zie de paragraaf "in en uitstappen" in paragraaf " ongevallenpreventie". Doe geen moeilijke
sprongen zonder begeleiding van een bekwame trampolinetrainer. Begin met een makkelijke
sprong, waarbij de nadruk ligt op de sprong-techniek in plaats van op de sprong-hoogte. Spring
nooit alleen en zonder toezicht op de trampoline. Zie paragraaf "basis springtechnieken".