Scheppach CSP2540 Mode D'emploi page 257

• Het veiligheidsjack met zaagbescherming heeft
meerdere lagen nylonweefsel en beschermt tegen
snijwonden. Het jack moet altijd gedragen worden
tijdens werkzaamheden in werkkooien of hoog-
werkbakken of als in bomen wordt geklommen.
• De veiligheidsoverall heeft meerdere lagen nylon-
weefsel en beschermt tegen snijwonden. Gebruik
ervan wordt sterk aanbevolen.
• Stevige lederen werkhandschoenen maken deel uit
van de uitrusting en moeten altijd gedragen worden
als met de kettingzaag wordt gewerkt.
• Tijdens de werkzaamheden met de kettingzaag
moeten veiligheidsschoenen of veiligheidslaar-
zen met profielzool en stalen neuzen en een been-
bescherming worden gedragen. Het veiligheids-
schoeisel met zaagbeschermingslaag biedt be-
scherming tegen snijwonden en zorgt voor een ste-
vige werkhouding. In geval van werkzaamheden
in de boom moeten de veiligheidslaarzen geschikt
zijn om mee te klimmen.
• Houd de kettingzaag in goede staat. Onjuist onder-
houd, het gebruik van niet-conforme reserveonder-
delen of het verwijderen of wijzigen van veiligheids-
voorzieningen kan ernstige materiële schade of li-
chamelijk letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik ter vervanging altijd geleidebladen en
zaagkettingen die door de fabrikant zijn voorge-
schreven. Onjuiste vervangende zaagbladen en
zaagkettingen kunnen breuk van de zaagketting
en/of terugslag tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
Deze kettingzaag is ontwikkeld voor gebruik als
zaag voor boomzorg en chirurgie.De zaag mag
alleen worden gebruikt door personen die ge-
schoold zijn in boomzorg en ii chirurgie. Leef de
aanbevelingen, procedures en literatuur van de
vakorganisatie na.
Het misachten ervan vormt een hoog ongevallen-
risico. We bevelen u aan altijd een hefplatform te
gebruiken bij het zagen in bomen. Werken, han-
gend aan touwen, is zeer gevaarlijk en vordert
speciale training. De ge-bruiker moat geernstru-
eerd zijn in en bekend met het gebruik van vei-
ligheidsuitrusting en werk- en klimtechnieken.
Gebruik altijd valbescherming voor gebruiker en
zaag.
LET OP!
Gevaar voor vergiftiging. Uitlaatgassen, brand-
stoffen, smeeroliedamp, zaagstof en smeermid-
delen zijn giftig. Uitlaatgassen mogen niet wor-
den ingeademd.
Bedrijfsmiddelen/tanken
• Bij het tanken van de kettingzaag moet de motor
worden uitgeschakeld.
• Roken en open vuur is niet toegestaan.
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
• Laat de machine afkoelen voordat u gaat tanken.
• Brandstoffen kunnen stoffen bevatten die op oplos-
middelen lijken. Voorkom dat minerale olieproduc-
ten in contact komen met de huid of ogen. Draag
handschoenen tijdens het tanken. Beschermende
kleding moet vaker worden verwisseld en gewas-
sen. Brandstofdampen niet inademen. Inademing
van brandstofdampen kan lichamelijk letsel veroor-
zaken.
• Mors geen brandstof of kettingolie. Reinig de ket-
tingzaag direct als er brandstof of olie is gemorst.
Voorkom dat brandstof in contact komt met kleding.
Als er brandstof op de kleding komt, moet u zich di-
rect omkleden.
• Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de
grond wegloopt (milieubescherming). Gebruik een
geschikte ondergrond.
• Tank niet in een afgesloten ruimte. De brandstofd-
ampen hopen zich op bij het grondoppervlak (ex-
plosiegevaar).
• Sluit de afsluitdoppen voor de brandstof- en olie-
tank goed af.
• Ga ergens anders staan om de kettingzaag te star-
ten (op minstens 3 meter afstand van de plek waar
u brandstof hebt getankt).
• Brandstoffen zijn niet onbeperkt houdbaar. Koop
slechts zoveel brandstof als dat u binnen afzienba-
re tijd nodig hebt.
• Transporteer en bewaar brandstof en kettingolie
alleen in goedgekeurde en gelabelde jerrycans.
Voorkom dat kinderen bij de brandstof en kettin-
golie kunnen komen.
Ingebruikname
• Werk nooit alleen. In geval van nood moet er ie-
mand in de buurt zijn (binnen gehoorsafstand).
• Zorg ervoor dat zich geen kinderen of andere per-
sonen in het werkgebied van de zaag bevinden.
Pas ook op voor dieren.
• Controleer, voordat u met het werk begint of
indien de kettingzaag is gevallen, of de zaag
probleemloos werkt en of deze voldoet aan
de voorschriften voor veilig gebruik! Let in het
bijzonder op de werking van de kettingrem, juis-
te montage van het zaagblad, voorgeschreven
scherpte en spanning van de zaagketting, stevige
montage van de kettingwielbescherming, soepele
loop van de gashendel, werking van de gashendel-
blokkering, schone en droge handgrepen en wer-
king van de start/stop-schakelaar.
• Neem de kettingzaag pas in gebruik als deze volle-
dig is gemonteerd. In principe mag de zaag alleen
volledig gemonteerd worden gebruikt!
• Voordat de zaag wordt gestart, moet de gebruiker
een stevige werkhouding aannemen.
• Start de kettingzaag alleen volgens de instructie
van de gebruikshandleiding. Andere startmetho-
den zijn niet toegestaan.
NL | 257