Bertos G6F2BH6 Mode D'emploi page 184

182 |
Controle van de inlaatdruk (Fig. 2)
De inlaatdruk dient te worden gemeten met een
manometer (min. resolutie 0,1 mbar).
Verwijder (F) van het meetpunt en sluit de manometer
aan: na de meting draait u schroef (F) weer hermetisch
aan.
BELANGRIJK: De druk moet worden gecontroleerd met
alle gasuitrustingen aangesloten en werkend.
Controle van het vermogen volgens de volumetrische
methode
Met behulp van een gasmeter en een chronometer kan
het gasverbruik in de tijdseenheid worden gemeten.
Deze waarde wordt vervolgens vergeleken met de op de
volgende wijze berekende waarde E:
Brandervermogen
E =
Verwarmingsvermogen van het gas
De brandervemogens, nominaal en verlaagd, berekend
op de waarde van de nominale druk, worden bereikt
door tabel 1 te raadplegen. De waarde van het
verwarmingsvermogen van het gas kan worden
opgevraagd bij het plaatselijke gasbedrijf.
Controle van de werking
Controleer of het gebruikte type spuitmonden
overeenkomt met die in tabel met de branders. Controleer
dat de gebruikte drukverlager een groter vermogen
heeft dan de som van de verbruiksvermogens van alle
NL
aangesloten apparaten. Controleer dat de aanvoerleiding
van het gas geschikt is.
Controle van de vlam
Bij een goede afstelling moet de vlam het thermokoppel
omgeven. Stel anders de stelschroef af.
Controle van de primaire lucht
De branders van de ovens zijn voorzien van een regeling
van de primaire lucht.
In de tabel met de branders wordt de afstelafmeting H
gegeven.
Controle van de functies
- Zet het apparaat aan.
- Controleer de gasslangen op lekken.
- Controleer de vlam van de brander, ook de kleine
stand.
Waarschuwingen voor de monteur
- Toon de gebruiker en leg hem de werking en het
gebruik van het apparaat volgens de instructies uit en
overhandig hem de gebruiksaanwijzing.
- Informeer de operator dat elke soort van verbouwings-
of wijzigingswerkzaamheden van het gebouw, dat
de luchtvoorziening voor de verbranding kan
beschadigen, het nodig maakt de functies van het
apparaat opnieuw te controleren.
Werking met andere gassoorten
Om op een andere gassoort over te gaan, bijvoorbeeld van
MOD. N°:
aardgas op LPG, moeten spuitmonden worden gebruikt,
Qn
die geschikt zijn voor de brander, zie hiervoor de tabel met
V kW: Hz: 50/60
de branders. De spuitmonden van de branders zijn voor
de verschillende gassoorten gemerkt met de betreffende
diameter in honderdste mm, en bevinden zich in een zakje
dat bij het apparaat wordt geleverd.
Na de verandering of de aanpassing controleert u de
functies van het apparaat zoals beschreven in de paragraaf
"Controle van de functies".
OPEN GASPITTEN
De spuitmonden van de brander vervangen
(open gaspitten Fig. 2)
Om de spuitmond te vervangen (1): verwijder het rooster,
het deksel van de brander, het branderhuis.
Vervang de spuitmond (1) (zie de tabel met de branders).
De lage stand afstellen (open gaspitten)
De schroef van de lage stand wordt als volgt afgesteld:
- voor de werking op LPG: draai de stelschroef (2) van de
lage stand tot de aanslag;
- in geval van werking op aardgas: zet het apparaat
aan. Draai de draaiknop op de laagste stand en stel
de gasstroom met schroef (2) af (met de klok mee
= vermindering van de stroom; tegen de klok in =
toename van de stroom).
De waakvlam afstellen (open gaspitten- Fig.2)
Neem het rooster en het bakje van het werkblad;
verwijder de sluiting (3) en stel de spuitmond (5) met een
schroevendraaier af.
De spuitmond is goed afgesteld als de vlam het
thermokoppel omhult. Bij werking op LPG moet de
stelschroef helemaal worden aangedraaid. Breng de
sluitschroef (3) en de bijbehorende dichting (4) hierna
weer aan.
Controle van de primaire lucht
Na de spuitmond te hebben verwisseld, zoals boven
wordt beschreven, controleert u dat de afstelafmeting H
(fig. 2) van de primaire lucht aan de gegevens in de tabel
met de branders voldoet.
GASOVEN MOD. FG1
De spuitmond van de brander vervangen
(gasoven type FG1 Fig. 3)
Om toegang te verkrijgen tot de brander van de oven,
verwijdert u de bodem (aan de binnenkant van de oven).
Verwijder schroef D en neem de brander weg door
hem naar voren te trekken. Kijk hierbij uit dat u het
thermokoppel niet beschadigd, dat aan de brander is
bevestigd. Draai spuitstuk C met de speciale sleutel los
en vervang het met het spuitstuk dat voor de gassoort is
bestemd. Om de brander weer aan te brengen, verricht u
dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde.
Controle van de primaire lucht
Voordat u de brander weer aanbrengt, controleert u of
afmeting H van luchtafstelbandje E goed is volgens de
aanwijzingen in de tabel met de branders.
IPX2