Installatie; Inbedrijfstelling - Bertos G6F2BH6 Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour G6F2BH6:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 118
- de geldende veiligheidsvoorschriften;
- de voorschriften van het gasbedrijf;
- de geldende CEI voorschriften;
- de voorschriften van de brandweer.

INSTALLATIE

De montage, installatie en het onderhoud dienen te
worden verricht door bedrijven die hiervoor de
toestemming hebben van het plaatselijke gasbedrijf, en
overeenkomstig de geldende voorschriften.
Vraag in de eerste plaats de mening van het plaatselijke
gasbedrijf.
Installatieprocedure
Zet het apparaat met behulp van de in hoogte verstelbare
pootjes waterpas.
Gasaansluiting
De aansluiting op de opening van 3/8" G of 1/2" G op
het apparaat kan vast zijn, of ontkoppelbaar door een
goedgekeurd koppelstuk te gebruiken. Als er flexibele
geleiders worden gebruikt, moeten ze van roestvrij staal
zijn en aan de voorschriften voldoen.
Controleer de gasdichtheid na de aansluiting met behulp
van een speciale opsporingsspray voor gaslekken.
Verbrandingsgasafvoer
De apparaten moeten in ruimtes worden geplaatst, die
geschikt zijn voor de afvoer van de verbrandingsgassen,
zoals
door
de
installatievoorschriften
voorgeschreven. De apparaten worden beschouwd (zie
tabel 2 technische gegevens) als gasapparaten van het
type "A":
Deze hoeven niet te worden aangesloten op een
afvoerkanaal voor verbrandingsgassen.
Deze apparaten moeten de verbrandingsgassen
via speciale afzuigkappen en dergelijke afvoeren, die
moeten zijn aangesloten op een rookkanaal met een
gegarandeerde efficiëntie, of die rechtstreeks naar buiten
afvoeren.
Bij gebrek hieraan mag een luchtafzuiger worden gebruikt
die rechtstreeks naar buiten afvoert, maar de capaciteit
mag niet minder zijn dan vereist, zie tabel 2, vermeerderd
met de noodzakelijke luchtverversing die nodig is voor
het welzijn van de operators.
Elektrische aansluiting
Voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet aansluit,
controleert u of:
- De netspanning overeenkomt met de waarden op het
plaatje.
- De aarding efficiënt is.
- De stroomkabel geschikt is voor het vermogen dat
door het apparaat wordt geabsorbeerd.
Bovendien dient zich vóór het apparaat een schakelaar te
bevinden met een contactopening van ten minste 3 mm,
waardoor het apparaat op omnipolaire wijze kan worden
losgekoppeld.
Hiervoor kunnen bijvoorbeeld veiligheidsschakelaars
worden gebruikt.
De omnipolaire schakelaar dient zich in de buurt van het
apparaat te bevinden, zijn goedgekeurd en geschikt te
zijn voor het apparaat.
De kabel moet ten minste van het type H07 RN-F zijn.
De GEEL-GROENE aardkabel mag niet onderbroken
zijn.
Equipotentiaalverbinding
Het apparaat moet op een equipotentiaalsysteem zijn
aangesloten. De hiervoor bestemde klem bevindt zich
in de buurt van de kabelingang. Hij is gemerkt door een
etiket.
Voorafgaande handelingen aan het gebruik
Het is voor het gebruik raadzaam het beschermende
MOD.
N°:
Qn
V
kW:
Hz: 50/60
IPX2
plakfolie te verwijderen. Maak het werkoppervlak en de
buitenkant vervolgens grondig schoon met een lauw
sopje en een vochtig doekje. Droog alles hierna met een
droge doek af.

Inbedrijfstelling

Voor de eerste inbedrijfstelling is het raadzaam te
controleren of de kenmerken van het apparaat (categorie
en gebruikte gassoort) overeenkomen met de gasfamilie
wordt
en de gasgroep die ter plaatse ter beschikking staan.
Ga anders op de vereiste gasfamilie over, of pas u aan
de gevraagde gasgroep aan (zie paragraaf "Werking met
andere gassoorten"). Let op: om de juiste werking van
de branders met driedubbele kroon (TC) te garanderen,
moeten ze, evenals hun deksels, goed zijn geplaatst zie
Fig. 1.1
Breng ze niet aan zoals in Fig. 1.2
Het vermogen controleren
Gebruik de spuitmonden voor het nominale vermogen
die op de apparaten zijn aangebracht.
Er kunnen twee soorten vermogens zijn:
- nominaal, wat op het plaatje van het apparaat staat
- verlaagd.
In de tabel met de branders wordt naar deze spuitmonden
verwezen.
De inlaatdruk van het gas dient zich binnen de volgende
velden te bevinden:
- van 18 tot 22,5 mbar voor gas van de tweede familie
(aardgas)
- van 27 tot 37 mbar voor gas van de derde familie
(butaan-propaan).
Buiten genoemde drukmarges doen de apparaten het
niet.
Als u het vermogen verder wenst te controleren, kan
dit met behulp van een meter, volgens de zogenaamde
"volumetrische methode". Over het algemeen is een
controle van de goede werking van de spuitmonden
echter al voldoende.
| 181
GEBRUIK
NL

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières