Bertos G6F2BH6 Mode D'emploi page 182

180 |
SPECIFIEKE INSTRUCTIES
AANDACHT!
De afbeeldingen van de hoofdstukken "ALGEMEEN ADVIES", "INSTRUCTIES GASMODELLEN" en "INSTRUCTIES
ELEKTRISCHE MODELLEN" bevinden zich op de eerste pagina's van de onderhavige handleiding.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Structuur, meubel en veiligheidsinrichtingen van het
apparaat.
Stevige stalen structuur, met 4 in hoogte verstelbare
pootjes.
Buitenbekleding van nikkelchroomstaal 18/10.
Via een veiligheidsgaskraantje kan de branderbelasting
van maximum tot minimum worden afgesteld.
Bij de uitrusting hoort ook een veiligheidssysteem voor de
thermo-elektrische ontsteking (thermokoppel).
De roosters zijn van geëmailleerd gietijzer.
De branders zijn van koper, gietijzer en aluminium.
NL
De binnenkant van de oven is gemaakt van roestvrij staal.
De deur met dubbele wand en warmte-isolatie is voorzien
van een handgreep en scharnier met uitgebalanceerde
veer.
De oven is geïsoleerd met glaswol.
Gasuitvoering
De branders zijn van tegen thermische en mechanische
belasting bestand staal. Het gas wordt toegevoerd via een
veiligheidsklep met thermostaat.
De hoofdbrander is uitgerust met een veiligheidssysteem
voor een thermo-elektrische ontsteking (thermokoppel).
De oventemperatuur, die tussen de 160 °C en 300 °C
varieert, wordt via een thermostaat geregeld.
De bodem van de oven is van roestvrij staal.
De afvoerpijp van de verbrandingsgassen is van
aluminiumplaat.
Elektrische uitvoering FE
De weerstanden bevinden zich bovenin (bovenwarmte)
en onder de bodem (onderwarmte).
De temperatuur wordt via een thermostaat die in
verbinding staat met een driepolige schakelaar van 50 °C
tot 300 °C geregeld.
De bovenste en onderste weerstanden kunnen
tegelijkertijd of afzonderlijk worden ingeschakeld.
Elektrische uitvoering FE1 (Ventilatieoven)
De motor bevindt zich aan de achterkant, in het midden
van de ronde weerstand. De temperatuur wordt via een
GASKOOKPLAAT
OVEN
MOD. N°:
Qn
V kW: Hz: 50/60
thermostaat van 50 °C tot 300 °C geregeld.
Controlelampjes geven aan dat er spanning op het
apparaat staat.
De bonnenkant van de oven is gemaakt van roestvrij
staal.
Bij een fornuis met elektrische oven is er geen afvoerpijp
voor verbrandingsgassen.
GASGLOEIPLAAT
Dikke structuur met centrale buffer. Branders van roestvrij
staal (TP 40) en gietijzer (TP 80). Beveiligde gaskraan regelt
het vermogen van maximum tot minimum. Een waakvlam
bewaakt de ontsteking van de hoofdbranders.
VOORBEREIDING
Installatieplaats
Het wordt aangeraden het apparaat in een goed
geventileerde ruimte te plaatsen, bij voorkeur onder een
afzuigkap.
Het apparaat kan alleen worden geïnstalleerd, of naast
andere apparatuur worden geplaatst.
Er moet echter een minimumafstand van 150 mm voor
de zijkanten worden aangehouden en 150 mm voor de
achterkant, indien het apparaat in de buurt van brandbare
materialen komt te staan.
Indien het niet mogelijk mocht zijn deze afstanden in acht
te nemen, dienen geschikte veiligheidsmaatregelen te
worden genomen tegen eventuele te hoge temperaturen,
bijvoorbeeld door de installatie-oppervlakken met tegels
te bekleden, of een stralingsscherm aan te brengen.
Bij aanwezigheid van een FGP gasoven moet de
vloer waar hij op wordt gezet van hittebestendig en
onbrandbaar materiaal zijn.
Voordat u de aansluiting verricht, moet op het technische
plaatje van het apparaat worden gecontroleerd of het
voorbereid of geschikt is voor de beschikbare gassoort.
Indien het apparaat op een andere gassoort werkt,
raadpleegt u de paragraaf "Werking met andere
gassoorten".
Wetsbepalingen, technische regels en richtlijnen
Neem wat betreft de montage de volgende voorschriften
in acht:
- normen UNI CIG 8723
- de bouwverordeningen en lokale regels voor
brandpreventie;
IPX2