≥ 50cm
β n ach
DIN 4124
≥ 70cm
Onderbouw:
kiezel met ronde korrel (max. korrelgrootte
8/16) volgens DIN 4226-1 gecomprimeerd
met Dpr=95%
Tankbed:
gecomprimeerd zand
Tank
Tankomhulling: kiezel met ronde korrel (max. korregrootte
4.4 Tank plaatsen
De tank moet met behulp van een geschikte voorziening zon-
der stoten in de bouwput geplaatst en op de bedding neer-
gezet worden (zie ook hoofdstuk „Transport").
Stroomrichting en stroomrichtingpijltjes op de tank in acht
nemen!
4.5 Tank vullen
Tank in beide kamers met helder water vullen (ca. 80 cm)
om een betere stabiliteit te bereiken.
4.6 Opvulling bouwput
Principieel dient het vullen van de tank en het opvullen van
de bouwput parallel te worden uitgevoerd. De opvulling van
de bouwput gebeurt tot aan de onderkant van toevoer en af-
voer, alsook van verluchting- en lege kabelbuisleiding. De
tankomhulling moet in een breedte van minimum 50 cm aan-
gemaakt worden. De afzonderlijke lagen van het vulmate-
riaal mogen niet hoger dan 30 cm zijn. Zij moeten met lichte
compressietoestellen
4. Inbouw en montage
gecomprimeerd
worden
Bereik buiten de tankomhulling: materiaal met geschikte hoe-
Deklaag:
Dpr=95%). Een beschadiging van de tankwand en een ver-
schuiving van de tank gedurende en na de inbouw moeten
uitgesloten worden.
4.7 Buizen leggen
Een voorstel voor het leggen van buisleidingen vindt u op pa-
ginaʻs 268-271. De toevoer- en afvoerleidingen, alsook ver-
bindingsleidingen moeten vorstvrij (zie 4.2) worden gelegd
en aangesloten, van zodra de bouwput tot aan de onderkant
van de toevoer- en afvoerleiding opgevuld en gecompri-
meerd is. De overgang van dalende leidingen in horizontale
leidingen dient met twee 45° bochtstukken en een minimum
250 mm lang tussenstuk te worden uitgevoerd. Voor de In-
noClean PLUStank dient er een rusttraject te worden voor-
zien, waarvan de lengte minimum overeenstemt met de 10-
voudige nominale opening van de buisleiding. Voor een
goede toevoer, dient het inlaatstuk ter plaatse ca. 20 cm diep
in de toevoeropening te worden geschoven. Het uitlaatstuk
kan middels een mofverbinding worden aangebracht op het
bestaande leidingwerk.
• Lege kabelbuis
Voor de leidingverbinding tussen besturingstoestel/com-
pressor en ventielblok/InnoClean PLUStank moet er een
lege kabelbuis (KG-buis van PVC-U in dimensie DN 100) ge-
(min.
legd worden. De lege buis dient over haar volledige lengte
239
≤ 20cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≥ 50cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≤ 30cm
≤ 30cm
3-10cm
≥ 70cm
8/16) volgens DIN 4226-1 gecomprimeerd
met Dpr=95%
danigheid
humus, wegdek, beton of dergelijke.