Een Meting Uitvoeren; Installeer De Sonde; Meetschermen; Factoren Die Van Invloed Zijn Op De Meting - Henry Schein 900-8275 Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

4.1 Installeer de sonde

1. Voor gebruik moet u controleren of de pulsoximeter beschadigd is.
2. Steek de SpO2-sonde in de sondeaansluiting (zie Afb.4-1).
dat de sonde goed is aangesloten.
en "Probe Off" (Sonde uit) verschijnt in de statusbalk boven in het display.
Opmerking: De aansluiting wordt ook gebruikt voor het uploaden van gegevens naar MedView-software ter
evaluatie. Lees de gebruiksaanwijzing van de MedView-software voor gedetailleerde informatie.
Na het instellen van de tijd en ID-nummer moet de vinger in de sensor gestoken worden zoals geïllustreerd in
afbeelding 4-2.
Afb. 4-1
3. Selecteer het juiste type en formaat sensort.

4.2 Meetschermen

Er zijn twee weergavemodi zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen.
Afb.4-3(cijfermodus)
Beschrijving van de meetschermen:
1. Meterage...: (bezig met meten) De pulsoximeter is bezig met meten.
"Finger Out" (vinger weg) verschijnt als er geen vinger is ingestoken of als er geen signaal wordt
o
gedetecteerd.
"Probe OFF"(Sonde uit) verschijnt als de sensor/sonde niet is aangesloten op de pulsoximeter.
o
2.
: Geluidsindicatie, dit is de status AAN.
3. SpO2%: SpO2 weergavedeel
Toont het zuurstofverzadigingsniveau van het functionele haemoglobine.
o
De kleur van de SpO2-waarde wordt rood als de SpO2 de alarmlimiet overschrijdt.
o
Er verschijnen twee strepen als de sonde uit staat en er geen vinger is ingestoken.
o
4. 100: SpO2 hoge alarmlimiet; 95: SpO2 lage alarmlimiet.
5.
: puls weergave
6. 100: PR hoge alarmlimiet; 060: PR lage alarmlimiet.
7. PR: PR waarde
1. Hier wordt de polslag in slagen per minuut getoond tijdens een normale meting.
2. De kleur van de PR-waarde wordt geel als de PR de alarmlimiet overschrijdt.
3. Er verschijnen drie strepen als de sonde uit staat en er geen vinger is ingestoken.
8. ID: 001, het ID-nummer van de huidige patiënt is 001.
9. 09:06: De ingestelde tijd.
10. 2010-03-10: De ingestelde datum.
11. Data-base 100%: Beschikbare ruimte voor het opslaan van gegevens.

4.3 Factoren die van invloed zijn op de meting

Tijdens gebruik kan de accuratesse van de metingen van de pulsoximeter negatief worden beïnvloed door de
volgende factoren.
4.3.1 De prestaties van het instrument zijn afhankelijk van de eigenschappen van de slagader. De uitslag van de
meting is niet betrouwbaar en accuraat als de volgende problemen zich tijdens het meten hebben voorgedaan.
Schok of hartstilstand
o
Sterk afwijkende temperatuur van de vinger
o
Na het toedienen van een cardiovasculair medicijn
o
Bloedarmoede
o
Verstoorde bloedsomloop
o

4. Een meting uitvoeren

verschijnt als de SpO2-sonde wordt ontkoppelt van het instrument,
Afb. 4-2 Sensor plaatsen
Afb.4-4 (Golfmodus)
70
DUTCH
verschijnt op het scherm. Dit geeft aan

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières