Aansluiting Op Het Rookkanaal; Afsluiting Van Condensafvoer - Ferroli ATLAS D 30 PLUS UNIT Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Générateur de chaleur à condensation
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 48
Omgevingsthermostaat (optie)
B
LET OP: DE OMGEVINGSTHERMOSTAAT MOET SCHONE CONTACTEN
HEBBEN. DOOR 230 V. AAN TE SLUITEN OP DE KLEMMEN VAN DE OM-
GEVINGSTHERMOSTAAT WORDT DE ELEKTRONISCHE KAART ONHER-
STELBAAR BESCHADIGD.
Bij het aansluiten van timerafstandsbedieningen of timers, mag de voeding
voor deze voorzieningen niet van hun schakelcontacten worden genomen. De
voeding ervan moet rechtstreeks door het net of door batterijen worden gele-
verd, afhankelijk van het type voorziening.
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai beide schroeven "A" boven op het paneel los en verwijder het deurtje.
fig. 22 - Toegang tot het elektrische klemmenbord

3.6 Aansluiting op het rookkanaal

Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding van de ketel naar het roo-
kkanaal moet gemaakt zijn van materiaal, dat bestand is tegen hoge temperaturen en
corrosie. Het wordt aanbevolen om te zorgen voor optimale afdichting op de verbinding-
spunten en de volledige leiding tussen ketel en schoorsteen op warmte te isoleren, ter
voorkoming van condensvorming.

3.7 Afsluiting van condensafvoer

De condensafvoer van het toestel moet worden aangesloten via een sifon (niet meege-
leverd) op de leiding voor afvalwater. Houd rekening met de specifieke landelijke en
plaatselijke voorschriften betreffende de afvoer van condenswater in het netwerk voor
afvalwater. Voor verwarmingsketels die niet alleen werken op olie met een laag zwavel-
gehalte (S-gehalte<50 ppm) wordt geadviseerd te voorzien in een geschikt systeem om
de condens te neutraliseren.
Sluit de mof voor condensafvoer D=25 achterop de ketel (ref. A - fig. 257) aan op de si-
fon (en/of op het neutraliseringssysteem wanneer dit als sifon dient) en sluit de afvoer
van de sifon (of van het neutraliseringssysteem) aan op het netwerk voor afvalwater. De
condensafvoerleidingen moeten zuurbestendig zijn en geïnstalleerd worden met een
helling van minstens 3° naar de afvoer; vermijd vernauwingen en verstoppingen. Beve-
stig de verloopstukken met geschikte klemmen aan ketelmof en sifon.
B
BELANGRIJK. Alvorens het toestel in werking te stellen de sifon met water vul-
len.
Controleer regelmatig of de sifon met water is gevuld.
fig. 23 - Condensafvoer
74
NL
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen en inbedrijfstel-
ling betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Gekwalificeerd en hiervoor op-
geleid Personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op grond van de
geldende voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke Technische Klantenser-
vice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
4.1 Instellingen
Activeren TEST-modus
Druk gedurende 5 seconden tegelijk op beide verwarmingstoetsen
3 en 4 - fig. 235) om de modus TEST te activeren. De verwarmingsketel slaat op volle
kracht aan.
Op de display knipperen de symbolen van verwarming (detail 24 - fig. 235) en sanitair
water (detail 12 - fig. 235).
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
Na 15 minuten wordt de TEST-modus automatisch gedeactiveerd.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld intabella 26. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en de kop en luchttoevoer af te stellen, zoals in de volgende paragrafen beschreven wor-
dt. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van de ketel
te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor brandstofanalyse, of het
gehalte aan CO
Tabella. 2 - Afstellen brander
Debiet
Model
vermogen
brander
kW
30.1
SUN G6 R
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 27 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeier-
druk.
NB. - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening wor-
den gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bovendien
neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10%.
Tabella. 3
Pompdruk (bar)
SPROEIER
G.P.H.
0.40
0.50
0.60
0.65
0.75
cod. 3540U263 - 06/2012 (Rev. 00)
ATLAS D 30 PLUS UNIT
fig. 24 - Functie TEST
in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
Debiet
Sproeier
brander
US
kg/uur
Hoek
Code
Gall/uur
2.54
0.65
60°
35601320
9
10
11
1.44
1.52
1.59
1.80
1.90
1.99
2.16
2.28
2.39
2.34
2.47
2.59
2.70
2.85
/
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
(detail
Druk
Afstelling
Afstelling
pomp
kop
lucht
Bar
l
Streepje
10
22
11
12
13
14
1.67
1.73
1.80
2.08
2.17
2.25
2.50
2.60
2.70
2.71
2.82
/
/
/
/

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières