Aansluiting Van De Brander; Elektrische Aansluitingen; Aansluiting Op Het Rookkanaal; Inwerkingstelling - Ferroli ATLAS 32 Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 20
ATLAS
Kenmerken van het water van de installatie
Bij een waterhardheidsgraad van meer dan 25° Fr (1°F = 10ppm CaCO3), is het nood-
zakelijk dat het water op passende wijze behandeld wordt om afzettingen in de verwar-
mingsketel te voorkomen. Na behandeling mag de hardheidsgraad niet minder dan 15°F
bedragen (DPR 236/88 betreffende gebruik van water bestemd voor consumptie).
Behandeling van het water is onontbeerlijk bij uitgebreide installaties of bij frequente in-
voer van suppletiewater in de installatie.
B
Indien er een waterontharder bij de inlaat van het koude water van de verwar-
mingsketel wordt geïnstalleerd, dient u erop te letten dat de hardheidsgraad
niet te laag wordt daar de magnesiumanode van de boiler daardoor sneller
achteruit kan gaan.
Antivriessysteem , antivriesmiddel, additieven en remmende stoffen
Het gebruik van antivriesmiddelen , additieven en remstoffen is, indien noodzakelijk, ui-
tsluitend toegestaan indien de fabrikant van dergelijke vloeistoffen of additieven garant
staat voor het feit dat zijn producten voor het betreffende doel geschikt zijn en geen
schade veroorzaken aan de warmtewisselaar of aan overige componenten en/of mate-
rialen van de ketel en van de installatie. Het is verboden antivriesmiddelen, additieven
en remmende stoffen te gebruiken die bestemd zijn voor algemene doeleinden en niet
specifiek bedoeld voor verwarmingsinstallaties en ongeschikt voor het materiaal waaruit
verwarmingsketel en installatie samengesteld zijn.

3.4 Aansluiting van de brander

Er kan gebruik worden gemaakt van een olie- of gasbrander met geblazen lucht voor vu-
urgangen onder druk, indien de kenmerken ervan geschikt zijn voor de afmetingen van
de vuurgang van de ketel en voor de overdruk ervan. De brander moet gekozen worden
volgens de aanwijzingen van de fabrikant, op grond van het werkbereik, brandstofver-
bruik, drukveld en de lengte van de verbrandingskamer. Monteer de brander volgens de
aanwijzingen van Uw Fabrikant.

3.5 Elektrische aansluitingen

Aansluiting op het elektriciteitsnet
B
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen bereikt wanneer het
correct geaard is, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen. Laat door
een vakman controleren of de aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor eventuele schade die ontstaat doordat de installatie niet
geaard is. Laat bovendien controleren of de elektrische installatie geschikt is
voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt opgenomen (dit staat
vermeld op de typeplaat van de verwarmingsketel).
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel van het type "Y" zonder
stekker, voor aansluiting op het elektriciteitsnet. De aansluitingen op het net moeten wor-
den gerealiseerd met een vaste aansluiting, door middel van een tweepolige schakelaar
met een opening tussen de contacten van minstens 3 mm; er moeten zekeringen van
max. 3A tussen verwarmingsketel en lijn worden geplaatst. Het is belangrijk dat de po-
lariteiten (LIJN: bruine draad / NEUTRAAL: blauwe draad / AARDE: geel-groene draad)
in acht worden genomen bij het aansluiten van de elektriciteitsleiding. Zorg er bij het in-
stalleren of vervangen van de voedingskabel voor dat de aardgeleider 2 cm langer is dan
de andere.
B
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker worden vervan-
gen. Als de kabel beschadigd is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en
dient u zich voor vervanging van de kabel uitsluitend tot gekwalificeerde vak-
mensen te wenden. Als de elektrische voedingskabel vervangen wordt, mag ui-
tsluitend een kabel "HAR H05 VV-F 3x0,75 mm2 worden gebruikt met een
buitendiameter van maximaal 8 mm.
Toegang tot het elektrisch klemmenbord
Draai beide schroeven "A" boven op het paneel los en verwijder het deurtje "B".
A
1
fig. 4 - Toegang tot het elektrische klemmenbord

3.6 Aansluiting op het rookkanaal

Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding van de ketel naar het roo-
kkanaal moet gemaakt zijn van materiaal, dat bestand is tegen hoge temperaturen en
corrosie. Het wordt aanbevolen om te zorgen voor optimale afdichting op de verbinding-
spunten en de volledige leiding tussen ketel en schoorsteen op warmte te isoleren, ter
voorkoming van condensvorming.
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen en inbedrijfstel-
ling betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Gekwalificeerd en hiervoor op-
geleid Personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op grond van de
geldende voorschriften), zoals het personeel van de Technische Klantenservice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
2
B
cod. 3541S126 - Rev. 02 - 09/2018
4.1 Instellingen
Afstelling brander
Het rendement van de verwarmingsketel en de goede werking ervan hangen nauw sa-
men met de precisie waarmee de brander wordt afgesteld. Volg nauwkeurig de aanwij-
zingen van de fabrikant op. Het eerste stadium van duplexbranders moet ingesteld zijn
op een vermogenswaarde, die niet minder mag bedragen dan het nominale minimu-
mvermogen van de verwarmingsketel. Het vermogen van het tweede stadium mag niet
meer bedragen dan het nominale maximumvermogen van de verwarmingsketel.

4.2 Inwerkingstelling

B
Controles die uitgevoerd moeten worden bij de eerste ontsteking en naar aan-
leiding van alle onderhoudswerkzaamheden die afsluiting van de installaties
met zich meebrengen, of na een ingreep op de veiligheidsinrichtingen of delen
van de verwarmingsketel:
Alvorens de verwarmingsketel te ontsteken
Zet eventuele afsluitkleppen tussen de verwarmingsketel en de installaties open.
Controleer of het brandstofsysteem lekdicht is.
Controleer of de voorbelasting van het expansievat correct is
Vul de hydraulische installatie en zorg ervoor dat de verwarmingsketel en de instal-
latie volledig ontlucht zijn door de ontluchtingsklep op de verwarmingsketel en de
eventuele ontluchtingskleppen op de installatie te openen.
Controleer of er geen waterlekken in de installatie, de circuits van het sanitaire wa-
ter, de verbindingen of de verwarmingsketel zitten.
Controleer of de elektrische installatie goed is uitgevoerd en of de aarding naar
behoren werkt.
Controleer of er zich in de buurt van de verwarmingsketel geen ontvlambare vloei-
stoffen of materialen bevinden
Controles tijdens de werking
sez. 2.3Schakel het apparaat in zoals beschreven in .
Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
Controleer de doeltreffendheid van de afvoerleiding en de rookgas-luchtpijpen
tijdens de werking van de verwarmingsketel.
Controleer of de watercirculatie tussen de verwarmingsketel en de installaties cor-
rect verloopt.
Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct werkt door hem ver-
schillende malen te ontsteken en weer uit te zetten door middel van de omgeving-
sthermostaat of de afstandsbediening.
sez. 5.3Verzeker u ervan dat het brandstofverbruik dat de gasmeter aangeeft ove-
reenkomt met de waarden in de tabel met technische gegevens op .
Controleer of de deuren van brander en brandstofkamer hermetisch sluiten.
Controleer of de brander naar behoren werkt. Voer deze controle uit met de betref-
fende instrumenten, volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
4.3 Onderhoud
Periodiek onderhoud
Om te zorgen dat het apparaat goed blijft werken, is het noodzakelijk dat gekwalificeerd
personeel de volgende punten jaarlijks naloopt:
De besturings- en veiligheidsinrichtingen moeten goed functioneren.
Het circuit voor rookafvoer moet optimaal functioneren.
Controleer of de brandstoftoevoer- en -afvoerleidingen niet verstopt of beschadigd zijn.
Reinig het filter van de brandstofaanzuigleiding.
Bepaal het juiste brandstofverbruik
Reinig de verbrandingskop bij de brandstofuitgang, op de wervelschijf.
Laat de brander gedurende ongeveer 10 minuten op volle kracht werken en analy-
seer daarna het verbrandingsproces als volgt:
-
De juiste afstelling van alle elementen, die in deze handleiding vermeld staan
-
Temperatuur van de rook in de afvoerleiding
-
Percentage CO
2
De lucht-rookgaspijpen en het eindstuk moeten vrij zijn van obstakels en geen
lekken hebben
Brander en warmtewisselaar moeten schoon zijn, zonder afzettingen. Maak geen
gebruik van chemische producten of staalborstels om ze te reinigen.
De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
De waterdruk moet bij koude installatie ongeveer 1 bar bedragen; indien dit niet het
geval is, de installatie naar deze waarde terugbrengen.
De circulatiepomp mag niet geblokkeerd zijn.
Het expansievat (niet meegeleverd) moet gevuld zijn.
Ommanteling, paneel en sierelementen van de verwarmingsketel kunnen zo-
A
nodig schoongemaakt worden met een zachte doek, eventueel bevochtigd met
water met zeepoplossing. Vermijd het gebruik van elke soort schuurmiddel of
oplosmiddel.
Reiniging van de verwarmingsketel
1.
Schakel de stroom naar de verwarmingsketel uit.
2.
Verwijder het bovenste en onderste paneel aan de voorkant.
3.
Draai de knoppen op de deur los om de deur te openen.
4.
Maak de binnenkant van de verwarmingsketel en het volledige traject van de afge-
voerde rook schoon met een borstel of met druklucht.
5.
Bevestig de betreffende knop om de deur weer te sluiten.
Voor het reinigen van de brander raadpleegt u de aanwijzingen van de Fabrikant.
29
NL

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Atlas 47Atlas 62Atlas 78Atlas 95Atlas série

Table des Matières