Kongskilde KIA 12 Instructions De Service page 38

Als de blazer een beschermings-
rooster op de invoer heeft, moet
dat eraf vóór de blazer op de zuiger
gemonteerd wordt. De uitvoer van
de blazer kan in iedere gewenste
richting worden gedraaid.
De zuiger moet altijd met een re-
guleringsklep worden gemonteerd,
zodat men de hoeveelheid lucht
door de zuiger kan reguleren. De
reguleringsklep wordt gemonteerd
op de buis, die is aangesloten op
de afvoer van de blazer. Het is een
zelfstandige unit die daar gemon-
38
teerd kan worden, waar men hem
het gemakkelijkst kan bijstellen.
Er moet altijd een bodemtrechter
op de zuiger gemonteerd worden.
Het reinigend vermogen van de
zuiger hangt af van het feit of de
juiste luchtdoorstromingsverhou-
ding tussen het onderste deel van
de zuiger en de bodemtrechter
aanwezig is.
Op de KIA 20 kan de bodemtrech-
ter in hoogte worden versteld. Af
fabriek is de trechter gemonteerd in
de bovenste stand (Zie ook het ge-
deelte "Instellen van de luchtklep").
Monteer alleen buizen op de uit-
voer van de blazer van die afme-
tingen, die worden genoemd onder
de technische gegevens. Onder
de technische gegevens zijn ook
de max. buislengten genoemd, die
aan de uitvoer van de blazer kun-
nen worden gekoppeld zonder het
reinigend vermogen te veranderen.
Bij erg lange leidingen kan er een
extra blazer in de buis worden
gemonteerd.
A