Configuratie
Om een apparaat met standaardconfiguratie individueel te configureren, moet
het apparaat via de USB-infraroodkabel (bestelnr. 83 17 409) of het E-Cal-
systeem op een PC worden aangesloten. De configuratie vindt plaats met
behulp van de PC software Dräger CC-Vision.
Configuratie wijzigen: zie Technisch Handboek
Standaard apparaatconfiguratie:
Dräger X-am 5600
b)
Bumptestmodus
a) b)
Verse lucht kalibr.
c)
Waterstofverrekening
b)
Lifesignal
b)
Uitschakelen
b)
LEL-factor
4,4 (4,4 Vol.-% komt overeen met 100 %LEL)
–
CH
4
4,0 (4,0 Vol.-% komt overeen met 100 %LEL)
–
H
2
b)
Gemiddelde tijd
a)
De verse lucht kalibratie/nulpuntkalibratie wordt niet ondersteund door de DrägerSensor Dual IR
CO
en de DrägerSensor IR CO
.
2
2
b)
Afwijkende instellingen kunnen bij levering aan de wens van de klant worden aangepast. De
huidige instelling kan met de PC software Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en gewijzigd.
c)
Bij geactiveerde DrägerSensor XXS H
2
DrägerSensor DUAL IR Ex/CO
(68 11 960) of DrägerSensor IR Ex (68 12 180).
2
Door de activering van de H
-verrekening wordt de LEL-gasconcentratie van de
2
geactiveerde DrägerSensor XXS H
gasconcentratie van de geactiveerde DrägerSensor Dual IR Ex/CO2
(68 11 960) of bij de LEL-gasconcentratie van de geactiveerde DrägerSensor IR
Ex (68 12 180) en zichtbaar op het display op de positie van de IR Ex-weergave.
AANWIJZING
Vooraf ingestelde alarmgrenzen blijven behouden, zodat bij aanwezigheid van
waterstof (H
) het alarm van het IR Ex-kanaal eventueel vroeger wordt
2
geactiveerd.
1)
Technisch Handboek, gebruiksaanwijzingen/data sheets voor de gebruikte sensoren en de PC
software Dräger CC-Vision voor Dräger X-am 5600 wordt op cd meegeleverd.
Zie tevens de bijgevoegde gebruiksaanwijzingen en data sheets van de gebruikte sensoren.
64
1)
.
Uit
Aan
Aan
Aan
geblokkeerd bij A2
15 minuten voor STEL
8 uur voor TWA
HC (68 12 025) en geactiveerde Ex-kanaal van de
HC (68 12 025) opgeteld bij de LEL-
2
Eerste ingebruikname
Voordat het apparaat de eerste keer wordt gebruikt, moeten de bijgevoegde
batterijen resp. een geladen NiMH accu T4 (bestelnr. 83 18 704) worden
gebruikt (zie "Batterijen / accu's vervangen" op pagina 67).
–
De Dräger X-am 5600 is bedrijfsklaar.
Bedrijf
Apparaat inschakelen
[ OK ]-toets ca. 3 seconden ingedrukt houden, totdat de op het display
weergegeven countdown » 3 . 2 . 1 « is afgelopen.
–
Gedurende korte tijd worden alle displaysegmenten, het optische-, het
akoestische- en het vibratiealarm, geactiveerd.
–
De softwareversie wordt weergegeven.
–
Het apparaat voert een zelftest uit.
–
De sensor die als eerste aan de beurt is voor kalibratie wordt weergegeven
met de resterende dagen tot aan de volgende kalibratie, bijv.
» CH
%LEL CAL 123 «.
4
–
De tijdsduur tot afloop van de bumptestinterval wordt in dagen
weergegeven, bijv. » bt 2 «.
–
Alle alarmgrenzen A1 en A2, alsook evt. »
worden opeenvolgend getoond.
–
Tijdens de inloopfase van de sensoren knippert de weergegeven
meetwaarde en het speciale symbool »
In de inloopfase van de sensoren volgt geen alarmering.
[ OK ]-toets indrukken om de weergave van de inschakelvolgorde te
onderbreken.
Apparaat uitschakelen
[ OK ]-toets en [ + ]-toets gelijktijdig ingedrukt houden totdat de op het
display weergegeven countdown » 3 . 2 . 1 « is afgelopen.
–
Voordat het apparaat uitschakelt, worden gedurende korte tijd het optische-,
het akoestische- en het vibratiealarm geactiveerd.
2)
Alleen als deze in de apparaatconfiguratie is geactiveerd. Leveringstoestand: niet geactiveerd.
2)
2)
« (TWA)
en »
« (STEL)
« (voor waarschuwing) verschijnt.