Schoonmaak en Onderhoud
Schakel voor schoonmaak- of onderhoudswerk het apparaat uit en neem de stekker uit het
stopcontact.
Neem de buitenzijde van het apparaat regelmatig af met een droge of goed-
uitgewrongen vochtige doek. Gebruik geen scherpe zeep, sprays, schoonmaak- of
schuurmiddelen, was, glansmiddelen of enige chemische oplossing. Zorg ervoor dat het
bedieningspaneel niet nat wordt.
Zuig met de stofzuiger voorzichtig stof en vuil uit de roosters en controleer of de
luchtinlaat- en uitblaasopeningen schoon zijn. Let erop tijdens het schoonmaken op
geen inwendige onderdelen aan te raken c.q. te beschadigen!
1 = voorpaneel 2 = filter
Om geurtjes te voorkomen en een goede werking te verzekeren dient het apparaat
inwendig tweewekelijks schoon te worden gemaakt.Verwijder het voorpaneel door de
onderste twee bevestigingspennen los te wrikken en het paneel nu opwaarts uit de 2
bovenste bevestigingspunten te tillen. Neem het filter en het honingraatfilter uit het
apparaat.
Was het filter in warm water met een mild schoonmaakmiddel en evt. een zachte borstel.
Spoel het na met schoon water en laat het drogen.
Was het honingraatfilter met schoon water en evt. een zachte borstel schoon. Laat het
drogen.
Ledig de watertank en maak hem schoon met water, een mild schoonmaakmiddel en
evt. een zachte borstel. Spoel hem na met schoon water en laat hem drogen.
Ruim aan het eind van het seizoen het apparaat schoon en droog op, z.m. in de
originele verpakking. Plaats het rechtop op een koele, droge en stofvrije plaats.
3 = honingraat-filter
7