40
•
Minimumdoorsnede 1,5 mm².
•
Kabeltrommel enkel in afgewonden toestand gebrui-
ken.
•
Controleer de netaansluitkabel.
•
Gebruik geen defecte of beschadigde aansluitkabels.
•
Gebruik de kabel niet om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken.
•
Bescherm de kabel tegen hitte, olie en scherpe kan-
ten.
•
Stel de machine niet bloot aan de regen en gebruik
de machine niet in een vochtige of natte omgeving.
•
Zorg voor een goede verlichting.
•
Zaag niet in de nabijheid van brandbare vloeistoffen
of gassen.
•
Bij het werken in open lucht draagt u best slipvast
schoeisel.
•
Draag bij lang haar een haarbescherming.
•
Vermijdt elke abnormale lichaamshouding
•
De bedieningspersoon moet minstens 18 jaar zijn,
leerlingen minstens 16 jaar, maar enkel onder toe-
zicht.
•
Hou kinderen weg van het aan het net aangesloten
toestel.
•
Hou de werkplaats vrij van houtafval en rondslinge-
rende delen.
•
Wanorde in het werkgebied kan ongevallen tot gevolg
hebben.
•
Laat geen andere personen, vooral niet kinderen, het
gereedschap of de netkabel raken.
•
Hou ze weg van de werkplaats.
•
Aan de machine werkende personen mogen niet af-
geleid worden.
•
Vóór montage-, instel- meet- en
•
schoonmaakwerkzaamheden telkens zeker de motor
uitschakelen. Netstekker trekken
•
Controleer of sleutels en instelgereedschappen zijn
verwijderd alvorens de machine in te schakelen.
•
Bij het verlaten van de werkplaats de motor uitscha-
kelen en de netstekker uit het stopcontact trekken.
•
Alle bescherm- en veiligheidsinrichtingen moeten
aan het einde van een herstelling of onderhoud on-
middellijk terug worden gemonteerd.
•
De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften
van de fabrikant alsook de afmetingen vermeld on-
der "Technische gegevens" dienen in acht te worden
genomen.
•
De desbetreffende voorschriften ter voorkoming van
ongevallen en de andere algemeen erkende veilig-
heidsregelen moeten worden nageleefd.
•
Gebruik geen machines met een laag vermogen voor
zwaar werk.
•
Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor hij
niet is bedoeld!
•
Zorg voor een veilige stand en bewaar steeds uw
evenwicht.
•
Controleer of de beweegbare onderdelen naar beho-
ren functioneren en niet klem zitten alsook of onder-
delen beschadigd zijn.
•
Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en
alle voorwaarden vervullen om de behoorlijke werk-
wijze van het gereedschap te waarborgen.
•
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en onderdelen
dienen deskundig door een erkende vakwerkplaats