9.4
Maaivlak voorbereiden
1. Onderzoek het te maaien oppervlak zorgvuldig vooraf-
gaand aan het maaien.
2. Verwijder stenen, stokken, botten, draden, speelgoed
en andere voorwerpen, die door het product wegge-
slingerd kunnen worden.
3. Let erop dat er geen personen op het te maaien op-
pervlak aanwezig zijn.
10 Bediening
De accu grasmaaier beschikt over een parallel tot het
snijniveau draaiend snijgereedschap. Hij is uitgerust met
een krachtige en stil lopende elektromotor, een robuuste
behuizing, een veiligheidsbeugel, een dubbelzijdige gras-
kantafsteker en een grasopvangbak. Aanvullend is het
product 7-voudig in hoogte verstelbaar en heeft deze
lichtlopende wielen. De werking van de bedieningsonder-
delen vindt u in de volgende beschrijvingen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
enz.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
10.1
Maaien met grasopvangbak
LET OP
Grasopvangbak alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand mes wegnemen of aanbrengen.
10.1.1
Plaatsen van de grasopvangbak (8)
(afb. 13)
1. Til de uitwerpklep (7) op.
2. Grijp de grasopvangbak (8) vast aan de draaggreep.
3. Hang de grasopvangbak (8) in de daarvoor bestemde
ophanging van de grasopvangbak aan de achterkant
van het product.
4. Verwijder de uitwerpklep (7), hierdoor wordt de gras-
opvangbak (8) in positie gehouden.
10.1.2
Er zit een vulpeilindicator (8a) op de grasopvangbak (8).
• De vulpeilindicator (8a) is opgeblazen:
– Grasopvangbak (8) is leeg
• Vulpeilindicator (8a) ligt op de grasopvangbak (8):
– Grasopvangbak (8) is gevuld
10.1.3
WAARSCHUWING
Voor het wegnemen van de grasopvangbak de mo-
tor uitschakelen en de stilstand van het mes af-
wachten.
LET OP
Gevaar voor letsel!
Grasopvangbak alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand mes wegnemen.
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen,
moet de grasopvangbak worden geleegd.
1. Om de grasopvangbak (8) weg te nemen, tilt u de uit-
werpklep (7) op.
2. Neem de grasopvangbak (8) aan de handgreep er uit.
Overeenkomstig het veiligheidsvoorschrift valt de uit-
werpklep (7) bij het uithangen van de grasopvangbak
(8) dicht en sluit de uitwerpopeningen af.
Als er daarbij grasresten in de opening blijven hangen,
dan is het voor het makkelijker starten van de motor doel-
matig om de grasmaaier ongeveer 1 m terug te trekken.
LET OP
Resten snijgoed in de maaierbehuizing en op het werk-
gereedschap niet met de hand of met de voeten verwij-
deren, maar met geschikte hulpmiddelen, bijv. borstels
of een veger.
Om een goede verzameling te garanderen, moet de gras-
opvangbak (8) na gebruik worden gereinigd.
10.2
Maaien zonder grasopvangbak (8)
(afb. 13, 14)
LET OP
Grasopvangbak alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand mes wegnemen of aanbrengen.
U kunt het product ook zonder grasopvangbak (8) gebrui-
ken.
1. Verwijder de grasopvangbak (8) zoals beschreven on-
der 10.1.3.
2. Til de uitwerpklep (7) op.
3. Klap de afstandshouder (7a) uit.
4. Sluit de uitwerpklep (7) langzaam.
Het gras kan door de afstand van de afstandhouder (7a)
worden uitgeworpen.
www.scheppach.com
Vulpeilindicator (8a) op de
grasopvangbak (8) (afb. 13)
Legen van de grasopvangbak (8)
(afb. 10)
NL | 75