Télécharger Imprimer la page

Scheppach BC-MP470-X Mode D'emploi page 76

Publicité

10.3
Maaien met mulchinzetstuk
Bij het mulchen wordt het snijgoed in de gesloten gras-
maaierbehuizing verkleind en weer over het gras ver-
deeld. Het opnemen van gras en de verwijdering verval-
len. Het fijne groene maaisel valt als een natuurlijke mest-
stof terug in de grasmat en brengt vocht in het gazon en
voorziet het van belangrijke voedingsstoffen.
AANWIJZING
Mulchen is alleen mogelijk bij relatief kort gras.
10.3.1
Mulchinzet (17) plaatsen (afb. 15, 16)
1. Til de uitwerpklep (7) op.
2. Neem de grasopvangbak (8) (indien geplaatst) aan de
handgreep er uit.
3. Til de uitwerpklep (7) op en plaats het mulchinzetstuk
(17).
4. Stel de snijhoogte in (zie ).
Aanwijzing:
Maai het gras ca. 2 cm terug bij een grashoogte van 4-6
cm.
10.3.2
Verschil gras maaien en gras
mulchen (afb. 13, 16)
Bij gebruik van het mulchinzetstuk (17) wordt het gemaai-
de gras niet opgevangen in een grasopvangbak, maar
versnipperd en over het gazon verdeeld. De voedingsstof-
fen in het gemaaide gras worden zo door bodemorganis-
men afgebroken en vormen een voedingsstoffenkring-
loop. Gemulchte gazons hoeven daarom veel minder
vaak te worden bemest.
In het algemeen moet het gazon relatief vaak worden ge-
maaid, zodat er slechts kleine hoeveelheden mulch op
het gazon achterblijven. Het is daarom het beste om het
gazon minstens één keer per week te mulchen en de
maaier zo in te stellen dat slechts ongeveer 40% van de
totale hoogte van het gazon wordt gemulcht. Als de mulch
op het gazon zichtbaar blijft (bijv. tijdens de eerste maai-
beurt van het jaar of tijdens zware groei), moet de grasop-
vangbak (8) worden gebruikt.
10.4
Messtopinrichting (afb. 1)
Voor elke ingebruikname moet u de messtopinrichting
controleren. Start de motor zoals beschreven onder 10.6.
1. Laat de veiligheidsbeugel (1) los. De motor schakelt
uit en het mes wordt afgeremd.
2. Het mes moet binnen 7 seconden stoppen.
10.5
Uitleg bedieningspaneel (2) (afb.
17-18)
10.5.1
Bedieningspaneel (2) aan/uit zetten
1. Houd de aan/uit-schakelaar (grasmaaier) (2b) kort in-
gedrukt, om het bedieningspaneel (2) in te schakelen.
2. Als het bedieningspaneel (2) ingeschakeld is, houdt u
de aan/uit-schakelaar (grasmaaier) (2b) kort ingedrukt
om het paneel (2) uit te schakelen.
76 | NL
10.5.2
1. Druk op de aan/uit-schakelaar (LED) (2a) om de LED
(14) aan of uit te zetten. Als de verlichting is ingescha-
keld, gaan de controle-LED's (verlichting) (2f) bran-
den; als ze worden uitgeschakeld, gaan ze uit.
10.5.3
U kunt de snelheid in zes stappen aanpassen met de +/-
toetsen voor de snelheidsinstelling (rijaandrijving) (2c).
• Verhogen: Druk op de + knop om de snelheid te ver-
hogen. Voor elke stap gaat er een extra controle-LED
(rijsnelheid) (2e) branden totdat ze alle zes branden.
• Verlagen: Druk op de - knop om de snelheid te verla-
gen. Er gaat één controle-LED (rijsnelheid) (2e) uit
voor elke stap totdat er nog maar één brandt.
10.5.4
Druk op de Auto/Eco-schakelaar (2d) om tussen Auto- en
Eco-modus te schakelen. De controle-LED (Auto/Eco-mo-
dus) (2j) geeft de actieve modus aan. De laatst gebruikte
modus wordt gebruikt bij het starten.
• Auto-modus: Benutting van het volledige motorvermo-
gen.
• Eco-modus: Het toerental wordt aangepast aan de om-
standigheden om een maximale looptijd te bereiken.
10.5.5
LED's voor weergave van de accu-rij
Het product gebruikt twee accu-rijen (19+19a), elk met
twee accu's (18). Er moet minstens één rij geplaatst zijn.
Als beide accu-rijen (19+19a) geplaatst zijn, schakelt het
product automatisch over op de andere als er één leeg is.
Sleuf 1:
• Controle-LED (sleuf 1) (2g) brandt:
– Accu-rij (achter) (19) is bezet, maar niet actief.
• Controle-LED (sleuf 1) (2g) knippert
– Accu-rij (achter) (19) is actief.
Sleuf 2:
• Controle-LED (sleuf 2) (2h) brandt:
– Accu-rij (voor) (19a) is bezet, maar niet actief.
• Controle-LED (sleuf 2) (2h) knippert:
– Accu-rij (voor) (19a) is actief.
Laadstatusindicator (2i)
Elke accu (18) per accu-rij heeft zijn eigen laadstatusindi-
cator (2i). De laadstatus is verdeeld in vier bereiken; in elk
geval wordt de laadstatus voor de actieve accu-rij weer-
gegeven:
• Drie tot vier LED's branden:
– De accu (18) is voldoende opgeladen.
• Eén tot twee LED's branden:
– Laad de accu (18) zo snel mogelijk op.
www.scheppach.com
LED (14) aan/uit zetten
Rijsnelheid aanpassen
Auto/Eco-modus in- en uitschakelen
(afb. 1)
Beschrijving van de LED's (afb. 17)

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

5911417900