Tractel davimast Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien page 53

Inhoudsopgave
Technische specificaties ............................................ 52
1. Belangrijke instructies............................................ 54
2. Definities en pictogrammen ................................... 55
2.1. Definities ..................................................... 55
2.2. Pictogrammen ............................................. 56
3. Bedrijfsomstandigheden ........................................ 56
3.1. Controles voor gebruik ................................ 56
4. Functies en beschrijving ........................................ 56
4.1. Aanbevelingen voor gebruik ....................... 57
4.1.1. Dubbele ankersteun voor davimast
met PBM .............................................. 57
4.1.2.
davimast met blocfor™ R-steun .......... 57
4.1.3. davimast met caRol™ TS-steun
voor hefapparatuur .............................. 57
4.2. Beschrijving van systemen die
compatibel zijn met de davimast ................. 58
4.2.1.
Dubbele PBM-ankersteun voor
150 kg met 360°-rotatie ....................... 58
4.2.2. blocfor™ R-steun ................................. 58
4.2.3. caRol™ TS-steun ................................ 58
5. Installatie ............................................................... 58
5.1. De davimast installeren ............................... 58
5.2. De davimast demonteren ............................ 58
5.3. Een steun aan de davimast-mast
monteren ..................................................... 58
5.4. Een valbeveiligingssysteem installeren
op een davimast-verankeringspunt ............. 59
6. Gebruik .................................................................. 59
6.1. Dubbele PBM-verankering voor
150 kg met 360°-rotatie............................... 59
6.2. blocfor™ 20R en 30R ................................. 59
6.2.1.
Reddingsoperatie met de
blocfor™ R ........................................... 59
6.2.1.1. De reddingsfunctie
activeren................................ 59
6.2.1.2. Terugkeren naar de
valbeveiligingsfunctie ............ 60
6.2.1.2.1. De kabel weer in het
6.2.1.2.2. De reddingsfunctie
6.3. caRol™ TS .................................................. 60
7. Verboden gebruik .................................................. 60
8. Bijbehorende apparatuur ....................................... 61
9. Transport en opslag ............................................... 61
10. Conformiteit met apparatuur ................................ 61
11. Markeringen ......................................................... 61
toestel oprollen .............. 60
uitschakelen ................... 60
12. Periodieke inspecties en reparaties..................... 62
12.1. De davimast controleren ............................. 62
12.1.1. De markeringen controleren ................ 62
12.1.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 62
12.1.3. De algemene toestand van de
davimast controleren ........................... 62
12.2. De kabel controleren ................................... 62
12.2.1. Samenstelling van de kabel ................. 62
12.2.2. De algemene toestand van de
kabel controleren ................................. 63
12.3. De blocfor™ R controleren ......................... 63
12.3.1. De markeringen controleren ................ 63
12.3.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 63
12.3.3. De algemene toestand van de
valbeveiliger controleren ...................... 63
12.3.4. De algemene toestand van de
kabel controleren ................................. 63
12.3.5. De algemene toestand van de
uitscheurbare schokdemper
controleren ........................................... 63
12.3.6. De valbeveiligingsfunctie
controleren ........................................... 64
12.3.7. Het reddingshefsysteem
controleren ........................................... 64
12.4. De caRol™ TS-lier controleren ................... 64
12.4.1. De markeringen controleren ................ 64
12.4.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 64
12.4.3. De algemene toestand van de
caRol™ TS-lier controleren ................. 64
12.4.4. De algemene toestand van de
kabel controleren ................................. 64
12.4.5. Het correct functioneren van de
caRol™ TS-lier controleren ................. 65
12.5. De steunen van blocfor™, caRol™
en dubbel anker voor PBM voor
150 kg met 360°-rotatie controleren............ 65
12.5.1. De markeringen controleren ................ 65
12.5.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 65
12.5.3. De algemene toestand van de
console controleren ............................. 65
13. Levensduur .......................................................... 65
14. Productverwijdering ............................................. 66
Inspectierapport ......................................................... 67
NL
53