Beschrijving Van Het Aggregaat; Voorbereiding Voor Gebruik - SDMO TECHNIC 10000 E C Manuel D'utilisation Et D'entretien

2. Beschrijving van het aggregaat

1 Geaard stopcontact
2 Oliebijvulplug
3 Schroef voor vervangen olie
4 Peilaanwijzer van de brandstof
5 Brandstoftankdop
1 Oliemeter
2 Bovenste grens van de meter
1 Brandstofkraan
1 Afstelknop
2 Luchtfilterdeksel
1 Dop van ontstekingsbougie

3. Voorbereiding voor gebruik

3.1. Plaats van gebruik
Kies een schone, geventileerde en tegen weer en wind beschutte plaats. Plaats het aggregaat op een effen, horizontaal en voldoende
stevig oppervlak zodat het niet in de grond zakt (het aggregaat mag in geen geval meer dan 10° hellen). Zorg dat de olie- en
brandstofvoorraad zich in de nabijheid van de plaats van gebruik van het aggregaat bevindt, maar wel op een veilige afstand ervan.
Europese Unie en toegetreden landen: Deze uitrusting is niet bedoeld om te worden gebruikt buiten een behuizing die de overdracht
van geluid beduidend beïnvloedt (de uitlaatgassen moeten absoluut naar buiten worden afgevoerd en er moet gezorgd worden voor
aangepaste ventilatie zodat de aanwezige mensen of dieren niet worden geschaad).
3.2. Aarding van het aggregaat
Gevaar
Om de groep met de aarde te verbinden; een koperdraad van 10 mm
aardingspaal in gegalvaniseerd staal, die 1 meter in de grond geslagen is.
3.3. Controle van het oliepeil
Controleer altijd het oliepeil voor u het stroomaggregaat opstart. Voeg de nodige olie toe van het aanbevolen
type (cf. § Karakteristieken) en met behulp van een trechter, tot de bovenste grens van de meter.
Laat het aggregaat minstens 30 minuten afkoelen voor u het oliepeil controleert.
Opgelet
Verwijder de oliemeter (fig. B - rep. 1) en droog hem af.
Zet de oliemeter terug en haal hem er weer uit.
Controleer het niveau visueel: het moet liggen tussen de bovenste grens van de meter (fig. B - rep. 2) en de onderste grens van
de meter (fig. B - rep. 3). Voeg toe indien nodig.
Zet de oliemeter weer op zijn plaats.
Veeg gemorste olie weg met een schone doek, controleer of er geen lekken zijn.
3.4. Controle van het brandstofpeil
Gevaar
Controleer het brandstofpeil op de peilaanwijzer van de brandstof (fig. A - punt 4). Indien nodig, moet u de tank vullen:
Schroef de dop van de brandstoftank los (fig. A - punt 5).
Vul de brandstoftank met de trechter tot de indicatie "F", terwijl u erover waakt geen brandstof te morsen.
Gebruik alleen zuivere brandstof die geen water bevat
Overvul de tank niet (er mag geen brandstof in de vulpijp staan).
Controleer na het vullen altijd of de dop van de tank goed is gesloten.
Als er brandstof is gemorst dient u te wachten tot dit is opgedroogd en de dampen zijn opgelost voor u het
Opgelet
stroomaggregaat aanzet.
Schroef de dop van de tank weer aan.
Afbeelding A
6 Brandstofkraan
7 Luchtfilter
8 Starter
9 Schakelaar haas-schildpad
10 Aan- en uitschakelaar
Afbeelding B
3 Onderste grens van de meter
4 Oliefilter
Afbeelding C
2 Fixeerbeugels neerzetten
Afbeelding D
3 Moer van de filteronderdelen
4 Onderdeel in papier
Afbeelding E
2 Ontstekingsbougie
De stroomopwekkende groepen verdelen elektrische stroom bij hun gebruik : risico voor
elektrokutie. De stroomopwekkende groep met de aarde verbinden bij elk gebruik.
Het vullen met brandstof moet gebeuren met de motor uit en conform de veiligheidsregels
(cf. § Vullen met brandstof).
11 Onderbrekerschakelaars
12 Elektrische contactdozen
13 Startaccu
14 Uitlaatdemper
15 Urenteller
3 Brandstoffilter
5 Onderdeel in schuimrubber
2
verbinden met de stroomopwekkende groep en met een