Videobewerking
U kunt een opgenomen video achteraf monteren met
uw digitale camera.
De camera biedt u hiervoor een ingebouwde montage-
functie. Deze kunt u als volgt gebruiken:
Kies in de weergavemodus de video die u wilt be-
werken.
Start de video en stop deze op de gewenste monta-
gepositie.
Druk op de toets
openen.
Kies met de toetsen de optie
Met de pijltoetsen kunt u de montagemarkering
achteraf nog enigszins verplaatsen. De montagemar-
kering wordt met elke druk op de toets 1/30 secon-
den verder verplaatst.
Kies met de toetsen de optie
Met de toetsen kunt u de montagemarkering
naar de volgende positie verplaatsen. De montage-
markering wordt met elke druk op de toets 1/30 se-
conden verder verplaatst.
Met de menuoptie
teerde video eenmaal bekijken.
Kies tot slot de optie
te slaan.
Met
verlaat u het videomontagemenu zonder de
wijzigingen op te slaan.
om het videomontagemenu te
(Preview) kunt u de gemon-
(Opslaan), om de video op
(Beginpunt).
(Eindpunt).
61
NL