Ryobi RLT430CESB Manuel D'utilisation page 82

Coupe-bordures thermique à moteur 4-temps
Masquer les pouces Voir aussi pour RLT430CESB:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
Nederlands(Vertaling van de originele instructies)
elektrisch gereedschap werkt. Wanneer u dit niet
in acht neemt, kunnen voorwerpen in de ogen
terechtkomen, wat mogelijks leidt tot ernstige
verwondingen.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen hulpstukken of toebehoren die
niet door de fabrikant van dit toestel worden
aangeraden. Het gebruik van hulpstukken of
toebehoren die niet worden aangeraden, kan
leiden tot ernstige persoonlijke verwondingen.
WAARSCHUWING:
Let op voor de uitstoot van uitlaatgassen.
DE BOSMAAIER MET BRANDSTOF VULLEN EN
HERVULLEN
Maak het oppervlak rond de brandstofdop schoon om

vervuiling te vermijden.
Maak de brandstofdop voorzichtig los. Plaats de dop

op een proper oppervlak.
V u l
h e t
r e s e r v o i r

brandstofmengsel. Vermijd morsen.
Controleer de zegelring en maak hem schoon

vooraleer u de brandstofdop terugplaatst.
Vervang de brandstofdop onmiddellijk en schroef hem

met de handen vast. Ruim gemorste brandstof op.
Opmerking: Het is normaal voor een nieuwe motor om
wat rook uit te stoten na het eerste gebruik.
WAARSCHUWING:
Leg de motor altijd stil vooraleer u tankt. Voeg
nooit brandstof toe terwijl de motor draait of
warm heeft. Ga op minstens 10m afstand
van de tanklocatie staan voor u de motor
start. Verboden te roken! Wanneer u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden
tot ernstige letsels.
GEOXYGENEERDE BRANDSTOFFEN
Sommige conventionele brandstoffen worden met alcohol
of een andere component gemengd. Dit type benzine
wordt met de verzamelnaam 'geoxygeneerde brandstof'
benoemd.
Zorg ervoor dat de brandstof loodvrij is en het minimum
octaangehalte bevat indien u een geoxygeneerde
brandstof gebruikt. Probeer de samenstelling van de
brandstof te weten vooraleer u een geoxygeneerde
brandstof gebruikt. Soms is het verplicht deze
informatie op de pomp aan te brengen. De volgende
brandstofsoorten zijn EPA-goedgekeurde percentages
van geoxygeneerde brandstoffen:
Ethanol (ethyl- of graanalcohol) 10%. U mag benzine
gebruiken met ethanolgehalte tot 10%. Ethanolbenzine
v o o r z i c h t i g
m e t
h e t
kan verkocht worden onder de naam 'gasohol'. Gebruik
geen E85-brandstof.
MTBE (methyl-tert-butylether) 15%. U mag benzine
gebruiken met een MTBE-gehalte tot 15%.
Methanol (methyl- of houtalcohol) 5%. U mag
b e n z i n e g e b r u i k e n m e t e e n m e t h a n o l g e h a l t e
tot 5%, op voorwaarde dat het ook co-solventen en
corrosieremmers bevat ter bescherming van het
brandstofsysteem. Benzine die meer dan 5% methanol
bevat kan start- en/of prestatieproblemen veroorzaken.
Het kan ook de metalen, rubberen of plastic
onderdelen van het toestel of het brandstofsysteem
beschadigen. Wanneer u ongewenste effecten tijdens
de werking van het toestel opmerkt, probeer dan een
ander benzinestation of schakel over naar een ander
brandstofmerk.
OPMERKING: Schade aan het brandstofsysteem of
prestatieproblemen als gevolg van het gebruik van
geoxygeneerde brandstof die de hierboven aangegeven
waarden overschrijdt, wordt niet door de garantie gedekt.
MOTOROLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN
Zie figuur 17.
D e m o t o r o l i e h e e f t e e n g r o t e i n v l o e d o p d e
motorprestaties en dienstleven. Voor algemeen gebruik
bij alle temperaturen raden we SAE 20W-50 aan.
Gebruik altijd een viertaktmotorolie die onze vereisten
evenaart of overstijgt.
OPMERKING: Non-detergent of tweetaktmotorolie zal de
motor beschadigen en mag niet worden gebruikt.
Motorolie toevoegen
Verwijder de dop en zegel van de fles motorolie die

wordt meegeleverd.
Schroef de oliedop/peilmeter los en verwijder.

Met de meegeleverde trechter, giet u de hele fles

motorolie door de vulopening.
Plaats de oliedop/peilmeter terug en maak vast.

Motorolieniveau controleren
Leg de motor op een vlak oppervlak.

Maak de peilmeter schoon en stop deze opnieuw in

de opening; herdraadt niet.
Verwijder de peilmeter opnieuw en controleer het

oliepeil. Het oliepeil moet tussen de inkepingen op de
peilmeter vallen.
Indien het peil laag is, voegt u motorolie toe tot het

vloeistofniveau de bovenste inkeping van de peilmeter
heeft bereikt.
Plaats de oliedop/peilmeter terug en maak vast.

WAARSCHUWING
Laat niet overlopen. Wanneer u de carter
doet overlopen kan dit leiden tot ernstige
80

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières