Nice NDCC4001 Guide Rapide page 43

03. Druk 3 seconden op de toets
[Set] om de waarde A1 te be-
vestigen.
De led L1 blijft branden en de
led L8 gaat knipperen.
04. a) Stel de contactnok 1 E ↑ in (groen, afb. 1) om de eindaanslag
te activeren
b) Draai de bevestigingsschroef "A" aan (afb. 1)
c) Voor de precisieregeling kan de schroef "B" worden gebruikt (afb.
1).
De led L8 knippert: programmering waarde A0
05. Gebruik de toets [Open] of [Close] om de poort naar de maximale
sluitingspositie te verplaatsen.
06.
Druk 3 seconden op de toets
[Set] om de waarde A0 te be-
vestigen.
De led L8 blijft branden.
07. Als de toets [Set] wordt losgelaten, gaan alle leds uit.
08. a) Stel de contactnok 3 E ↑ in (wit, afb. 1) om de eindaanslag te
activeren
b) Draai de bevestigingsschroef "A" aan (afb. 1)
c) Voor de precisieregeling kan de schroef "B" worden gebruikt (afb.
1).
09. Stuur een openingsinstructie door op de toets [Open] te drukken
om een volledige opening uit te voeren.
Close L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
BusT4
Open Stop Close Fuse 3.15AF
Open
Set
to push
PP
buttons
OSE
8K2
Stop
to internal
control
DIC1
to internal
-20° C +55° C
brake
Bluebus
2
N19771
Flash
10. Stuur een sluitingsinstructie door op de toets [Close] te drukken
om een volledige sluiting uit te voeren.
Close L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
BusT4
Open Stop Close Fuse 3.15AF
Open
Set
to push
PP
buttons
OSE
Stop 8K2
to internal
control
DIC1
to internal
-20° C +55° C brake
Bluebus
2
Flash N19771
De veiligheidseindaanslagen 2 SE↑ en 4 SE↑ (rood, afb. 1) moeten zodanig
worden ingesteld dat de direct na het overschrijden van de besturingseindaanslag
ingrijpen.
De veiligheidseindaanslagen 2 SE↑ en 4 SE↑ (rood, afb. 1) zijn in de fabriek
zodanig ingesteld dat ze de werkingseindaanslag op korte afstand volgen.
Controleer na de werkingstest of de bevestigingsschroeven correct geplaatst zijn.
De extra eindaanslagen 8 P2↑ en 7 P2↑ zijn sluitcontacten met nulpotentiaal en
de extra eindaanslagen 6 P1↑ en 5 P1↑ zijn schakelcontacten met nulpotentiaal.
De extra eindaanslag 1 SLUITING (6 P1↓ of 5 P1↓) wordt gebruikt als
preliminaire eindaanslag en moet dus zodanig worden ingesteld dat hij
geactiveerd wordt wanneer de poort op 5 cm van de grond komt. De ac-
tivering van deze eindaanslag voorkomt de uitvoering van de beweging
"korte omkering". Als de veiligheidsrand wordt geactiveerd, wordt alleen
de STOP uitgevoerd. Deze eindaanslag moet altijd aan de ingang PRE-
CLOSE van de besturingseenheid aangesloten zijn. Als hij niet aangeslo-
ten wordt, moet op de besturingseenheid tussen de ingang van eindaan-
slag 3 en de ingang van gemeenschappelijke 1 een draadbrug worden
geplaatst.
3"
Close L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
BusT4
Open Stop Close Fuse 3.15AF
Open
Set
to push
PP
buttons
OSE
Stop 8K2
to internal
control
DIC1
to internal
-20° C +55° C
brake
Bluebus
2
N19771
Flash
3"
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
Close
BusT4
Open Stop Close Fuse 3.15AF
Open
Set
to push
PP
buttons
OSE
8K2
Stop
to internal
control
DIC1
to internal
-20° C +55° C
brake
Bluebus
2
Flash N19771
1
Instelling mechanische eindaanslagen voor motoren met
grote afmetingen: 7 contactnokken
7 WIT
Extra eindaanslag 2 SLUITING
6 GROEN
Extra eindaanslag 2 OPENING
5 WIT
Extra eindaanslag 1 SLUITING
4 ROOD
Veiligheidseindaanslag SLUITING
3 WIT
Eindaanslag SLUITING
2 ROOD
Veiligheidseindaanslag OPENING
1 GROEN
Eindaanslag OPENING
B A
Instelling mechanische eindaanslagen voor motoren met
kleine afmetingen: 8 contactnokken
8 WIT
Extra eindaanslag 2 SLUITING
7 GROEN
Extra eindaanslag 2 OPENING
6 WIT
Extra eindaanslag 1 SLUITING
5 GROEN
Extra eindaanslag 1 OPENING
4 ROOD
Veiligheidseindaanslag SLUITING
3 WIT
Eindaanslag SLUITING
2 ROOD
Veiligheidseindaanslag OPENING
1 GROEN
Eindaanslag OPENING
B A
7 - Gebruik met frequentieomvormer (inverter) van de serie MEIN
De besturingseenheid NDCC2301 is ingesteld om reductiemotoren met een fre-
quentieomvormer (inverter) van de serie MEIN te besturen.
Nadat de aansluitingen zijn uitgevoerd zoals beschreven in de instructiehandlei-
ding van de motor, is de inverter gereed om de installatieprocedures uit te voeren:
1 Wissen van het geheugen voor sectionaal- of snellooppoorten (paragraaf 10);
2 Activeer functie "Inverter" (L7, 1e niveau);
3 De aangesloten inrichtingen aanleren (paragraaf 2);
4 De openings- en sluitposities met gebruik van inverter van de serie MEIN aan-
leren (paragraaf 5).
In de fabriek zijn de standaardwaarden ingesteld die gewijzigd kunnen worden
met de programmeereenheid Oview of via de programmering met gebruik van de
toetsen van de printplaat.
De parameters die kunnen worden weergegeven/gewijzigd, zijn:
• Openingssnelheid
• Vertragingssnelheid bij openen
• Sluitsnelheid
• Vertragingssnelheid bij sluiten
• Minimumfrequentie
• Versnelling
• Vertraging
• Noodvertraging
• Startkracht
• Verwarming motor
• Beheer alarmen en beschermingen
• Status van de inverter
Raadpleeg voor meer informatie over de waarden van elke parameter het functie-
blad voor industriële besturingseenheden op de website www.niceforyou.com
3