5.5. SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen
Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden de opnamen opgeslagen in het interne ge-
heugen. Houd er rekening mee dat het interne geheugen beperkt is.
Gebruik daarom een SD-geheugenkaart om de opslagcapaciteit te vergroten. Als er een
kaart geplaatst is, worden de opnamen op de geheugenkaart opgeslagen.
5.5.1. Kaart plaatsen
Schakel eventueel de camera uit.
Schuif de vergrendeling van het accuvak open in de richting van de pijl.
Houd de vergrendeling vast en schuif het klepje van het accuvakje naar boven in de
richting van de pijl. Het accuvakje gaat open.
Steek de geheugenkaart zoals weergegeven met de contacten naar boven in de lezer
en controleer of hij hoorbaar vast klikt.
Sluit het accuvakje weer en sluit de vergrendeling.
246 van 434