⚫
Sluit het batterijcompartiment (10).
⚫
Het display (2) start automatisch en de systeemtijd begint bij 0:00.
Let op! Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat het batterijcompartiment goed gesloten
is zodat er geen vocht bij de batterijen kan komen. Dit kan leiden tot
storing van de bewateringscomputer.
Inbedrijfstelling
Neem voor een foutloos gebruik de volgende aanwijzingen in acht:
⚫
De temperatuur van het water mag maximaal 40°C bedragen.
⚫
De temperatuur van het water moet minimaal 5°C bedragen.
⚫
Gebruik alleen zoet water.
⚫
Sluit het apparaat alleen verticaal aan met de slangaansluiting (9) naar onderen om te
verhinderen dat er vocht in het batterijcompartiment (10) komt.
Let op! De bewateringscomputer mag alleen aan een drinkwaterwinpunt worden
aangesloten via een beveiligingsinrichting. Deze moet minimaal voldoen aan TYPE HD conform
EN 1717 (terugstroombeveiliging met beluchte slang).
Opmerking: Dergelijke adapters zijn verkrijgbaar in de vakhandel.
⚫
Controleer het type van de beschikbare wateraansluiting. Het apparaat is voorzien van
een
wartelmoer (1) voor een kraan met een draad van 33,3 mm (G1"). Gebruik voor een kraan
met een draad van 26,5 mm (G 3/4") de meegeleverde adapter (12).
⚫
Plaats het filter (1) in de wartelmoer (2) zoals getoond in afbeelding A.
Voor een 26,5 mm aansluiting (G 3/4"): Schroef de adapter (12) aan de aansluiting.
⚫
Gebruik daarvoor geen gereedschap.
⚫
Schroef de wartelmoer (1) op de schroefdraad van de kraan of de adapter. Gebruik
hiervoor geen gereedschap.
⚫
Schroef het koppelstuk (13) op de slangaansluiting (9). Vervolgens kunt u een slang aan
het koppelstuk (13) aansluiten.
⚫
Open de waterkraan.
Let op! Als bij gebruik van de adapter (12) defecten of lekkages optreden, moet de draad van
de kraan met afdichttape worden omwikkeld.
⚫
Open de beschermkap om het apparaat te bedienen (3). Sluit de beschermkap na gebruik.
Programmeer de bewatering zoals beschreven in het hoofdstuk "Bediening".
⚫
Bediening
De bewatering start automatisch op het gewenste moment van de dag, als dit is ingesteld. U
kunt een sproeier, een besproeiingsinstallatie of een druppelbewateringssysteem aansluiten.
De bewatering start automatisch op de ingestelde starttijd en stopt wanneer de ingestelde
bewateringsduur is verstreken. Stel het jaar en de tijd in tijdens het programmeren. Verdamping
en waterverbruik zijn vroeg in de morgen en laat in de avond het laagst.
Pagina 3 van 8