Télécharger Imprimer la page

Gardner Denver Elmo Rietschle Vacfox VC 50 Instructions De Service page 21

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
Bedieningsvoorschrift
Vacuümpompen
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is gel-
dig voor de volgende olie-
gesmeerde schottenpompen:
VC 50, VC 75, VC 100 en VC
150
De capaciteit bij vrije aanzuiging
bedraagt 50, 70, 100 en 150 m
h bij 50 Hz. Het verband tussen
de capaciteit en de druk is weer-
gegeven op de maatschetsen
D 231.
Beschrijving
De VC 50, VC 75, VC 100 en de
VC 150 vacuümpompen heb-
ben zuigzijdig een standaard
zeeffilter en aan de uitlaatzijde
een olienevelfilter voor de terug-
voer van de olie in het smeer-
systeem. De pomp is voorzien
van een beschermingskap. Een
ventilator tussen pomphuis en
motor zorgt voor de intensieve koeling van het pomphuis en de rondgepompte olie.
Een geïntegreerde terugslagklep voorkomt het beluchten van het systeem na het uitschakelen van de vacuümpomp en
voorkomt dat het pomphuis zich vult met olie wat tot een „olieslag" kan leiden bij het starten van de vacuümpomp.
Een standaard gasballastventiel (U) voorkomt de condensatie van waterdamp in de pomp, indien deze op bedrijfs-
temperatuur is bij het aanzuigen van geringe hoeveelheden waterdamp. Bij grote hoeveelheden waterdamp is een
gasballastventiel met en versterkte werking geschikt.
De aandrijving van de pomp geschiedt door een Normmotor middels een koppeling.
Toebehoren: een vacuümregelventiel (ZRV), een stofafscheider (ZFP), een vacuümdicht aanzuigfilter (ZVF), een
motorbeveiligingsschakelaar (ZMS) en een vacuümmeter (ZVM).
Toepassing
De vacuümpompen type VC zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform
EN DIN 294 zijn volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De VC is geschikt voor het evacueren van gesloten systemen of voor een continue vacuüm in het volgende bereik:
0,5 tot 500 mbar (abs.)
Bij een continu gebruik buiten dit bereik bestaat de kans op olieverlies via de uitlaat. Bij het evacueren van een gesloten
systeem dient het te evacueren volume niet meer dan 2% van het zuigvermogen van de vacuumpomp te bedragen.
Bij een vacuüm > 100 mbar abs. dient een motor gekozen te worden met een groter vermogen.
De aangezogen lucht mag waterdamp bevatten, maar geen water of andere vloeistoffen. Agressieve of
brandbare gassen en dampen mogen niet verpompt worden. Voor waterdamp verdraagzaamheid zie info
I 200.
Bij het verpompen van brandbare of agressieve gassen en dampen, met speciale uitvoeringen, dient men te
handelen volgens de veiligheidsvoorschrift XN 2.
Bij het verpompen van zuurstof dient men te letten op veiligheidsvoorschrift XN 3.
De omgevingstemperatuur en de temperatuur van de aangezogen lucht moeten tussen de 12° en 40° C te
liggen. Bij temperaturen buiten deze waarden verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn.
Een tegendruk aan de uitlaatzijde is slechts tot + 0,1 bar toegestaan.
Bij toepassingen, waarbij een ongeoorloofd uitzetten of een storing van de vacuümpomp tot gevaarlijke
situaties voor personen of installaties kan leiden, moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen
worden.
3
/
E
F
O
B
A
F
F
F
VC
VC 50
U
VC 75
VC 100
VC 150
E
E
BN 231
2.11.2005
Rietschle Thomas
Schopfheim GmbH
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
Fon 0 76 22 / 3 92-0
Fax 0 76 22 / 39 23 00
e-mail:
info.sch@rtpumps.com
www.rtpumps.com/sch
Rietschle Thomas
Netherlands B.V.
Bloemendalerweg 52
1382 KC WEESP
NETHERLANDS
Fon 02 94 / 41 86 86
Fax 02 94 / 41 17 06
e-mail:
verkoop@rtpumps.com
http://www.rietschle.nl

Publicité

loading