Pentair Jung Pumpen MULTICUT 25/2 ME Instructions De Service page 20

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
NEDERLANDS
De nieuwe knelverbinding moet profes-
sioneel worden aangebracht.
Als zekeringen voor de pomp mogen
alleen trage zekeringen of zekeringau-
tomaten met C- of D-karakteristieken
worden gebruikt. Vereiste beveiliging
bij directe start: 16 A voor de pompen
25/2  M t/m 45/2  M en bij ster/drie-
hoek-start: 20 A voor de pompen 75/2 M
en 76/2 M.
De sterkstroompompen moeten via een
overstroomlosser worden beveiligd. In-
stelling voor directe start = nominale
stroom en bij ster/driehoek-start = no-
minale stroom x 0,58.
Als de zekeringsinstallatie geactiveerd
is geweest, moet voorafgaande aan het
opnieuw inschakelen de oorzaak van de
storing worden verholpen.
Wikkelingsthermostaat
ATTENTIE! Naast de overstroomscha-
kelaars of motorbeveiligingsschakelaar
moeten ook de in de motorwikkeling
ingebouwde thermostaten worden aan-
gesloten. Ze zijn geschikt voor 250 V /
1,2 A (cos phi 0.6) en voor aansluiting
met 30 en 32 gemarkeerd.
Thermostaataansluiting zonder ex-
plosiebeveiliging
De thermostaten moeten zodanig wor-
den aangesloten, dat ze bij het bereiken
van de reactietemperatuur van de mo-
tor via het regelcircuit worden uitge-
schakeld. Na afkoeling van de wikkeling
wordt automatisch weer ingeschakeld.
Thermostaataansluiting met explo-
siebeveiliging
De thermostaten moeten zodanig wor-
den aangesloten, dat ze bij het het be-
reiken van de reactietemperatuur van
de motor via het regelaarcircuit worden
uitgeschakeld. Na afkoeling van de wik-
keling mag niet automatisch weer wor-
den ingeschakeld.
Na het uitschakelen door de
temperatuurbegrenzer
de storingsoorzaak eerst wor-
den verholpen. Pas dan mag er weer
handmatig worden ingeschakeld.
De inschakelvergrendeling moet "be-
veiligd zijn tegen nulspanning", dat wil
zeggen, zelfs na een stroomuitval moet
de vergrendeling behouden blijven (in
20
Europa Richtlijn 94/9/EG bijlage II 1.5,
EN 60079-17 Tab1, B10).
Gebruik van een frequentie-omzetter
Frequentie-omzetters mag alleen wor-
den gebruikt voor de snelheidsregeling
van speciale versies van sterkstroom-
pompen!
Wisselstroompompen
over het algemeen niet geschikt.
ATTENTIE! Om fysieke redenen mogen
pompen met een hogere frequentie dan
vermeld op het typeplaatje niet worden
gebruikt. Bij een frequentieverhoging
boven de waarde op het typeplaatje
neemt het opgenomen vermogen toe en
wordt de motor overbelast.
Bij speciale versies van sterkstroom-
pompen voor frequentie-omzetterge-
bruik is het motortype op het typepla-
tje met een extra "K" aangegeven (bijv.
D90-2/75 CK) Bovendien hebben deze
pompen een sticker op het kabeluitein-
de die op de gebruiksmogelijkheid met
een frequentie-omzetter attent maakt.
Deze
motoren
PTC-weerstanden die als wikkelings-
beveiliging fungeren. Op de klemmen
40 en 41 van de wikkelingsbeveiliging
mag geen spanning > 2,5 volt worden
gezet! Bij explosieveilige pompen is ook
een activeringsapparaat met typegoed-
keuring vereist dat aan de eisen van het
EG-typeonderzoek voldoet.
Draairichting
Geldt niet voor wisselstroompompen.
Voorafgaande aan de montage moet de
draairichting worden gecontroleerd. Bij
de juiste draairichting loopt de aanloop-
ruk tegengesteld aan de richting van
pijlen op het motorhuis. Lawaai of een
te laag pompvermogen van de reeds in-
gebouwde pomp wijzen ook op een ver-
keerde draairichting. Bij een verkeerde
draairichting moeten 2 fasen van de
voedingskabel worden verwisseld.
De aanloopruk kan met grote
kracht plaatsvinden.
moet
Potentiaalvereffening
Conform EN 60079-14 en EN 1127-1
moet in een explosiegevaarlijke omge-
vingen bij apparatuur met randaarde
in het TN/TT-netwerk een aanvullende
potentiaalvereffening worden geïnstal-
leerd. Ontwerpspecificatie in Duitsland
bijvoorbeeld conform VDE 0100 deel 540.
Voor beton- en plastic schachten van
JUNG PUMPEN in de explosiezone 1 en
2 is ter plaatse een extra potentiaalve-
reffening nodig (naar mening van TÜV
Nord, 03.2008).
Uitzondering: als geleidende delen, bij-
voorbeeld van een kabelbescherming
van gegolfde pijp of een metalen dru-
zijn
kleiding vanaf de buitenzijde naar de
schachtaansluiting leiden. In dit geval
moet een elektrisch geleidende verbin-
ding met de behuizing van de pomp(en)
worden aangebracht. Omwille van de
bescherming tegen corrosie moet er
voor de verbinding roestvrij staal wor-
den gebruikt.
Explosieveilige pompen hebben hier-
voor een aansluitingsmogelijkheid op
de kabelinvoer.
INBOUW
Die pomp moet conform de voorbeelden
worden ingebouwd. Bij installaties con-
zijn
uitgerust
met
form EN 12056-4 moet de drukleiding
als lus over het plaatselijke geldende
opstuwniveau worden geleid en bevei-
ligd met een terugstroombeveiliging.
De minimale stroomsnelheid van 0,7
m/s in de pijplijn moet worden aange-
houden.
Inbouwvoorbeeld met verschuifbare
buis voor stationaire pompstations
Montage: De koppelingsvoet stevig met
pluggen op de bodem van de verzamel-
put vastzetten en vervolgens de schui-
vende buizen monteren. Vervolgens de
drukleiding met de nodige hulpstukken
zoals terugslagklep en afsluiter monte-
ren.
Tenslotte de pomp met de opgeschroef-
de koppelingsklauw op de glijdende buis
zetten en laten zakken met een ketting
die aan de kettingsluiting is bevestigd.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières