CAIRE Companion 5 Manuel D'utilisation page 113

e. Sluit het schroefdraaduiteinde van de
luchtbevochtigerslang aan op het deksel van de
luchtbevochtigerfles.
f. Sluit het andere uiteinde van de
luchtbevochtigerslang aan op de slangkoppeling van
de uitgang van de Companion 5 van CAIRE.
g. Plaats de fles in de daartoe voorziene ruimte van de
houder voor de luchtbevochtigerfles.
h. Bevestig de fles op de houder met behulp van de
elastische band.
i. Ga door naar stap 4.
Stap 4: inschakelen en opwarmen
a. Sluit het elektrische snoer van de Companion 5 van
CAIRE aan op een wisselstroomcontact.
WAARSCHUWING: CONTROLEER HET
ELEKTRISCHE SNOER OP SCHADE VOOR
U DIE GEBRUIKT. SLUIT HET SNOER
NIET AAN OP EEN STOPCONTACT OF
PROBEER NIET OM DE CONCENTRATOR
TE GEBRUIKEN INDIEN HET SNOER IS
BESCHADIGD.
b. Zet de stroomschakelaar in de 'AAN' (I)-stand.
Wanneer de Companion 5 naar behoren is
aangesloten op het stroomnet, brandt het groene
lampje op het ledscherm. Alle ledlampjes branden
tijdens het opstarten. Nadat de concentrator de
opwarmingscyclus heeft voltooid, blijft alleen het
groene lampje branden.
Opmerking: na de eerste INSCHAKELING van het
apparaat dient u tien (10) minuten te wachten tot het
apparaat de prestatiespecificaties bereikt.
Onderdeelnr. 15062781-C4 H | Gebruikershandleiding 113 - DUT
Companion 5