Motor; 9.1.1 Vervangen Van De Motor - Wilo VeroLine-IPL Notice De Montage Et De Mise En Service

9.1

Motor

9.1.1 Vervangen van de motor

Demontage
Montage
Aanhaalmomenten schroeven
Schroefverbinding
Waaier — as
Pomphuis – motorflens
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-IPL/DPL (1,1-7,5 kW)
gevaar van snijden, beknellen, stoten of slaan, hetgeen kan leiden
tot de dood.
• Altijd geschikte hijsmiddelen gebruiken en de onderdelen borgen
tegen vallen.
• Onderdelen van de pomp bij installatie- en onderhoudswerkzaam-
heden borgen tegen eraf vallen.
• Nooit onder zwevende lasten staan.
GEVAAR! Gevaar voor verbranding of vastvriezen bij het aanraken
van de pomp!
Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de pomp resp. de installa-
tie (mediumtemperatuur) kan de gehele pomp zeer heet of zeer
koud worden.
• Tijdens het bedrijf afstand houden!
• De pomp bij een hoge watertemperatuur en systeemdruk vóór
werkzaamheden altijd eerst laten afkoelen.
• Bij werkzaamheden altijd veiligheidskleding, veiligheidshand-
schoenen en veiligheidsbril dragen.
Harde lagergeluiden en ongebruikelijke vibraties duiden op een ver-
sleten lager. Het lager en/of de motor moet dan worden vervangen.
Vervangen van de motor, zie afb. 1/2.
• De installatie spanningsvrij schakelen en tegen onbevoegde herin-
schakeling beveiligen.
• Afsluitarmaturen voor en achter de pomp afsluiten.
• Maak de pomp drukloos door de ontluchtingsschroef (pos. 2.1) te
openen.
WAARSCHUWING! Gevaar door extreem hete of koude vloeistof
onder druk!
Afhankelijk van de temperatuur van het te pompen materiaal en de
systeemdruk kan bij het volledig openen van de ontluchtings-
schroef extreem heet of extreem koud materiaal in vloeibare of
gasvormige toestand vrijkomen of onder hoge druk naar buiten
worden gespoten.
• Ontluchtingsschroef altijd voorzichtig openen.
• De aansluitleidingen van de motor verwijderen.
• Draai de motorbevestigingsschroeven (pos. 4) aan de motorflens los
en til de motor met waaier en asafdichting met geschikt hijswerktuig
van de pomp.
AANWIJZING
Bij het vastdraaien van schroefverbindingen in combinatie met de
hieronder beschreven werkzaamheden: het voor het schroefdraad-
type voorgeschreven schroefaanhaalmoment in acht nemen
(zie paragraaf "Aanhaalmomenten schroeven" op pagina 75).
• Voer de nieuwe motor met waaier en asafdichting voorzichtig met
geschikt hijswerktuig in het pomphuis en schroef deze vast.
• De motorkabel vastklemmen.
Aandraaimoment
Nm ± 10 %
M10 30
M12 60
M16 100
Montageaanwijzing
Gelijkmatig kruiselings vastdraaien
Nederlands
75