NEC N400i Mode D'emploi page 212

LCD en weergegeven iconen
Hoofdscherm
1 2 3 4 5 6 7 8 9
11
13
14
17
1
Geeft het batterijniveau aan.
Verschijnt tijdens het opladen.
2
Geeft aan dat er één of meerdere nieuwe berichten
in uw telefoon staan.
Geeft aan dat er één of meerdere nieuwe berichten
op het netwerk staan.
Geeft aan dat het SIM-geheugen van uw telefoon vol
is.
Geeft aan dat het Postvak In vol is.
3
(groen)
Geeft aan dat er nieuwe e-mail op de server staat.
(blauw)
Geeft aan dat er nieuwe MMS op de server staat.
(roze)
viii
Geeft aan dat er zowel mail als MMS op de server
staan.
10
(beige)
Geeft aan dat er ongelezen e-mail/MMS in uw
telefoon staat.
Deze beige icoon knippert als er e-mail/MMS wordt
gedownload.
12
Geeft aan dat het geheugen voor e-mail/MMS vol is.
4
Geeft aan dat er nieuwe voicemail-berichten op het
netwerk staan (Geen ALS/ALS Lijn 1/2).
15 5
16
Geeft aan dat er beveiligde communicatie is op de
SSL.
6
Geeft aan dat GPRS actief is voor andere
doeleinden dan i-mode verbindingen.
(grijs)
Geeft aan dat de telefoon in het dienstgebied van het
GSM-netwerk en de GPRS actief is.
(geel)
Geeft aan dat GPRS beschikbaar is en i-mode actief
is.
Geeft aan dat de i-mode verbinding wordt
uitgevoerd.
Geeft aan dat de i-mode is geblokkeerd.
Er verschijnt geen icoon wanneer de telefoon
buiten de GSM-dienstenzone is of wanneer de
telefoon binnen de GSM-dienstenzone is en de
GPRS is niet verbonden.
7
Geeft de lijnstatus aan (ALS lijn 1/2 geen ALS). De
icoon met
de ALS lijn 1of 2 niet is gecodeerd/geen ALS.
(rood, rood/groen, groen)
weergegeven in rood geeft aan dat
8
Geeft aan dat gesprek doorschakelen is ingesteld.
9
Geeft het vergaderprofiel, jaszakprofiel, autoprofiel
aan.
Er verschijnt geen icoon wanneer de telefoon in
het profiel 'Normaal' staat.
10
Geeft het ontvangstniveau van het signaal aan.
Verschijnt wanneer u zich buiten het dienstengebied
bevindt.
11
<Wanneer de camera in bedrijf is>
Geeft de modus enkel/continu aan (camera).
Geeft de videomodus aan.
Geeft aan of de video wordt afgespeeld in normaal of
vergroot weergaveformaat.
Geeft de opname-omgeving van de camera aan.
Geeft de schermgrootte van de foto/video aan.
Geeft de beeldkwaliteit aan.
Geeft aan of de zelfontspanner aan staat.
Geeft aan of de cameralamp aan is.
Geeft de helderheidsinstelling van de camera aan.
Geeft het zoomniveau aan.